Met zijn vijfde speelfilm The Reaper brengt de Kroatische cineast Zwonimir Juric (44) een nevelig drieluik met in het middelpunt het leven van Ivo, een loonwerker van middelbare leeftijd met een beklemmend verleden. Het is een tragische parabel over verlossing en gemeenschapswezen, tegen de achtergrond van de gevolgen van de Bosnische Oorlog.
In het holst van de nacht dwaalt Mirjana (Mirjana Karanovic) langs de kant van de weg in de opening van The Reaper. Er is niemand te bekennen, en haar auto is verderop stil komen te staan zonder brandstof. In de verte ontwaart ze de felle schijnwerpers van een tractor. Bestuurder Ivo (Ivo Gregurevic) schiet haar te hulp. Samen rijden ze naar een nabijgelegen tankstation waar hij beleefd op afstand wacht, terwijl de hartelijke pompbediende Josip (Igor Kovac) Mirjana helpt. Als Josip de tractor ziet, kan hij niet nalaten Mirjana te informeren over Ivo’s verleden: twintig jaar geleden heeft hij een vrouw verkracht, waarvoor hij werd veroordeeld. Maar Mirjana stapt toch weer bij Ivo in.
Mirjana is de gids van de kijker, de frisse blik. Juric zet uiteen: “Ik ben gefascineerd door filosoof Søren Kierkegaard, vooral door zijn gedachte dat elke ethische beslissing een waanzinnige daad is. Uit puur fatsoen – én waanzin – neemt ze dat risico. Het zou onbehoorlijk van haar zijn als ze het niet zou doen.” Daarmee trekt ze de waarschuwingen van Josip in twijfel, en wordt ze voor Ivo een belichaming van de mogelijkheid tot verlossing. Dorpshoofd Rodic (Zlatko Buric) en politieagent Kreso (Nikola Ristanoviski) zijn een andere mening toegedaan. Ze vinden het moeilijk om Ivo na zijn daad te vertrouwen en te vergeven. Door Ivo’s ware intenties tot aan het einde te verhullen, houdt Juric de spanning erin.
“Als kunstenaar kan je openlijk op de stoel van de rechter gaan zitten, zoals schrijver Bertolt Brecht en filmmaker Luis Luis Buñuel. Of je behandelt je personages met een gelijkwaardig gevoel voor passie, liefde en begrip, zoals Anton Tsjechov in de literatuur en Jean Renoir in cinema.” Juric is duidelijk een aanhanger van die tweede stroming: hij kiest bewust geen kant, maar observeert afstandelijk. “Niet omdat die benadering an sich beter werkt. Ik weet simpelweg niet hoe ik cynisch te werk moet gaan.”
Toch bekruipt je als kijker telkens een gevoel van onbehagen, ondanks Juric’ zelfopgelegde objectiviteit. De bemoeizucht van de dorpelingen is herkenbaar voor mensen met een provinciale achtergrond. Juric stelt dat beeld bij: “Deze gemeenschap is niet bijzonder meedogenloos. Gedurende een nacht zijn we getuige van het reilen en zeilen van een groep mensen die hoe dan ook met elkaar moeten leven. Hun zoektocht naar samenhang is oprecht, net als de bijbehorende menselijke gevoelens van spijt en wantrouwen.”
Mede vanwege die onophoudelijke achterdocht werkt Ivo in de nachtelijke uren. Zo vermijdt hij de argusogen waarmee de dorpelingen heb bekijken. Hij is een paria gebleven, ook nadat hij na zijn straf heeft uitgezeten. Hij blijft wonen op zijn geboortegrond, ongeacht de oordelende blik van zijn omgeving. “The Reaper is een verhaal over menselijke volharding. Ik vroeg me af hoe een oorlogsveteraan omgaat met een pijnlijke geschiedenis die hem blijft achtervolgen.” Het is een premisse van bijna religieuze proporties: Ivo oogst letterlijk wat hij zaait. Tegelijkertijd is het ook een analogie met de gevolgen van de Bosnische oorlog. Juric besluit: “Voor de oorlog hadden de mensen een zekere onschuld. Die is met de oorlog volledig verdwenen.”