Jack Goes Boating
- long
- 91'
- English subtitles
Philip Seymour Hoffman. Daar gaat het om. Een film met en van – zijn eerste regie – Philip Seymour Hoffman. PSH. Meer hoef je niet te weten.

Philip Seymour Hoffman is een van de beste acteurs van zijn generatie. En nu kan ik wel gaan Googlen wie er dan precies in zijn generatie zitten of een biografietje samenstellen met wat hij allemaal gedaan heeft, maar dat ga ik niet doen. De film waar hij de meeste prijzen mee heeft gewonnen, Capote (2005), heb ik niet eens gezien. Maar dat hoeft ook niet. Je hoeft PSH eigenlijk maar één keer in een goede rol te zien.
De eerste die ik me van hem herinner, de eerste die indruk maakte, was Magnolia (1999), van Paul Thomas Anderson. Hij zat in alle films van Anderson tot aan There Will Be Blood (2007). In Magnolia was hij de verzorger van een oude, terminaal zieke man. Zijn bedremmelde doortastendheid, zijn manier om zichzelf weg te cijferen, het was op een ongrijpbare manier ontroerend.
Daarna heb ik hem vaker gezien en eigenlijk is hij altijd goed. Altijd sterk, altijd aanwezig, altijd subtiel. Ook als de film zelf tegenviel. Een heel mooie, dragende rol was Synedoche, New York (2008) van Charlie Kaufman. Überhaupt een erg mooie film.
En er is dit Pluk-weetje: de PSH-film met de hoogste publieksscore op de Internet Movie Database draaide vorig jaar op Pluk. In de animatiefilm Mary and Max (2009) deed PSH de stem van Max.
Van PSH wordt altijd zijn lichaam beschreven. Tegen de LA Times zei hij: ‘Veel mensen noemen me mollig, wat zo simpel is, zo voor de hand liggend. Of gedrongen. Bleek. Vlassig. Er zijn zo veel andere mogelijkheden. Waarom niet compact? Ik bedoel, ik ben een beetje corpulente vent. Maar ik word nooit op aantrekkelijke manieren omschreven. Ik hoop dat iemand op z’n minst een keer zegt dat ik schattig ben. Maar dat doet nooit iemand.’
Bij deze dan: PSH is schattig. Hij is zachtaardig en sterk tegelijk. Hij beweegt mooi, hij gebruikt zijn lijf, hij trekt de aandacht, hij laat kleine dingen gebeuren in zijn omvangrijke lichaam waarmee hij veel kan vertellen met weinig woorden.
En hij is een genereuze regisseur. Zijn drie goede tegenspelers krijgen in Jack Goes Boating veel ruimte. Drie van de vier speelden dezelfde rol al in de toneelversie – dat zie je af en toe aan het script af. Maar niet aan het spel – dat is klein, genuanceerd, cinema.
PSH speelt Jack, die door zijn beste vriend en diens vriendin wordt gekoppeld aan Connie. Jack en Connie zijn allebei sociaal een beetje gemankeerd. Verlegen, bang risico’s te nemen, bang gekwetst te worden. Niet overdreven, wel zorgelijk. Jack woont bij zijn oom in de kelder en zijn oom is ook zijn baas. Hij heeft niet zo veel in het leven naast zijn oom, zijn baan (als limousinechauffeur), zijn vriend (ook een limousinechauffeur) en een goed hart.
Met Connie springt een vonkje over, maar zijn vriend en diens vriendin zitten zelf juist in een relatiecrisis. Het scenario volgt een duidelijk pad, met een lach en een traan en misschien net iets meer dramatische gebeurtenissen dan nodig waren. Het belangrijkste is dat er vier mooie rollen zijn. En dat één daarvan voor Philip Seymour Hoffman is.
Kees Driessen