Naast ‘Welke films draaien er?’ en ‘Zijn er nog stoelen?’, zal een van de meest gestelde vragen dit jaar tijdens Pluk natuurlijk weer zijn: ‘Wat is er allemaal te eten?’ De Daily Pluk deed een rondje langs de cateraars en begon bij een oude bekende.
Linzi Lemmens van Bakblik is een ware artiest in de keuken die ons net als vorig jaar vanuit haar paardenwagen de lekkerste vegetarische gerechtjes gaat voorschotelen.
Je bent eigenlijk kunstenaar, hoe kom je dan achter het fornuis terecht?
“Tijdens mijn studie ben ik een eetcafé begonnen, gewoon door een pandje te kraken en vegetarische gerechten te serveren. Nu run ik in Enschede eetcafé Tankstation. Elke dinsdag kunnen mensen voor €10 een vegetarisch driegangendiner bij mij eten. In de zomer sluit ik de tent tien weken om met Bakblik, de paardenwagen, op allerlei festivals te staan.”
En daarbij beviel Pluk vorig jaar zo dat je besloot terug te keren?
“Klopt, vorig jaar stond ik voor het eerst met mijn paardenwagen op Pluk de Nacht en dat was erg leuk! Helaas kon ik de films niet zien. We stonden met de wagen precies aan de verkeerde kant, naast het scherm. Maar het was ook geweldig om naar de gezichten van de mensen in het publiek te kijken.”
Wat staat er dit jaar zoal op het menu?
“We gaan dit keer meer gerechtjes aanbieden dan vorig jaar. Vanuit de wagen serveren we falafelwraps, couscous-salade, feta-cranberryrolletjes en warme nachos met kaas. Voorafgaand aan de film kunnen mensen ook een combinatie van drie gerechtjes bestellen. Dan is het een volwaardig diner. En natuurlijk bakken we ook weer pannenkoeken!”
Ik begrijp dat de pannenkoeken vorig jaar een grote hit waren?
“Ja, die liepen storm! Dit jaar neem ik een trailer mee, speciaal voor de pannenkoeken. Die trailer kwam ik een tijdje terug toevallig tegen en ik zag het meteen voor me. Hij past perfect bij de paardenwagen, dus heb ik hem gekocht en opgeknapt. We vormen nu een hele karavaan als we onderweg zijn. We kunnen maar tachtig kilometer per uur rijden, zelfs vrachtwagens halen ons in. Maar we gaan op tijd op pad hoor.”