Wat komt er allemaal bij kijken om elf dagen Pluk de Nacht neer te zetten? Razende reporter Sam De Wilde gaat undercover in de festivalorganisatie en zoekt het uit. Hij is al enkele dagen op jacht naar operateurs.

In zekere zin zijn zij de goden van Pluk de Nacht. Want als zij niet elke nacht vanuit hun walhalla in de wolken ‘let there be light’ zouden zeggen dan zaten wij mensenkinderen daar in onze strandstoelen uitgepraat naast elkaar. Zonder film om de ongemakkelijke stilte mee te vullen.

Maar operateurs zijn ook gewoon vreemde beestjes. Ze zijn zeer mensenschuw en verlaten zelden hun natuurlijke habitat. Wie zich toch zonder toestemming in hun hok waagt, krijgt al snel hun tanden te zien. Soms, heel soms, hoor je wel eens dat ze in het wild gespot worden. Maar zelfs in die gevallen krijg je vaker dan niet beeld zonder klank. Enkele dagen geleden beweerde programmeur Jacob nog dat hij een operateur gezien en zelfs gesproken had. Wilde verhalen over tien jaar Pluk, zijn betrokkenheid bij de indeling van het Plukterrein, de plaatsing van het doek en dergelijke meer. Maar ja, filmprogrammeurs zijn natuurlijk nooit vies van een wild verhaal en een echte undercoveragent/operateurjager heeft zijn verhalen liefst uit eerste hand.

Drastische middelen dan maar. Ik strooi kleine stukjes 35mm-film uit over het terrein en wacht geduldig af tot een onvoorzichtige operateur de verleiding niet langer kan weerstaan. Ik hoef niet lang te wachten; er is immers niks op aarde waar een operateur zo van gaat watertanden. Ik krijg er eentje te pakken en vuur er zonder aarzelen enkele vragen op af. Ze treffen doel. Of het klopt dat ze, nu er op Pluk geen 35mm-films meer gedraaid worden, enkel nog op play hoeven te drukken. “Ja, nee, het ligt iets ingewikkelder dan dat, maar als alles klaar staat is het nu vaak gewoon een kwestie van op het juiste moment de spatiebalk indrukken”, zegt mijn in het nauw gedreven exemplaar. Terwijl hij nog half verdoofd is, snel mijn volgende vraag. Of hij het niet mist, projecteren op pellicule. “Ja natuurlijk. Er gaat voor ons gewoon iets heel tastbaars verloren. De film op de spoelen leggen, het geluid van de projector. Bovendien werd het dankzij die projectoren ook gewoon lekker warm in de cabine, het is nu een pak kouder geworden daarboven. Ik begin het hier overigens ook een beetje koud te krijgen.”

Mijn hart breekt, want ik weet dat operateurs nooit lang overleven in het wild. Dus ik laat hem snel terugkeren naar zijn nestje in de bovenste container van het Plukterrein. “Best seats in the house”, roept hij nog terwijl hij het wankele laddertje beklimt naar de eenzame hoogten waar operateurs best gedijen.