Whatever Happens Next
- long
- 97'
- English subtitles
Wat er ook op mijn pad komt: dat is het enige plan dat veertiger Paul nog heeft. Rücksichtslos zet hij in dit onderkoeld-sprankelende speelfilmdebuut zijn burgerlijke bestaan bij het grofvuil en trekt hij lukraak de wijde wereld in.
In één doeltreffend shot zet regisseur Julian Pörksen aan het begin van zijn speelfilmdebuut Whatever Happens Next hoe ingekakt het leven van veertiger Paul is. In zijn felgekleurde regenjack stapt hij de voordeur van zijn fijne gezinswoning uit. De krant gaat onder de snelbinder, de broek in een elastiekje, helm op, twee keer bellen naar moeder de vrouw, en op de pedalen. Je voelt aan alles dat dit al jaren zo gaat.
Maar niet langer. Op de fiets slaat de twijfel toe. Paul zet zijn fiets aan de kant, trekt dat elastiekje weer los en wandelt weg, het weiland in.
Cut to: drie maanden later, wanneer Paul op een parkeerplaats zomaar op de passagiersstoel van een niet afgesloten auto stapt. Ook nu weer voel je direct: dit is niet voor het eerst, dit is zijn routine. Maar dan wel een routine die telkens héél anders afloopt. Een routine zonder zekerheid, verzekeringen, bezittingen. “Wat moet dat, dit is mijn auto”, briest de eigenaar. “Heel goed,” antwoordt Paul, “Dan kunnen we op weg.”
Pörksen maakte eerder al een korte film (zie onder) die eenzelfde uitgangspunt in tegenovergestelde richting uitwerkte. Ook in die short besloot de hoofdpersoon, de 50-jarige Peter, om zijn burgerlijke leven achter laten. Maar hij gaat niet de wijde wereld in, maar besluit in een bejaardentehuis te gaan wonen. “Een road movie zonder road”, noemde Pörksen die short zelf. In Whatever Happens Next heeft hij meer ruimte, en gaat hij dus wél de weg op met Paul. Tot het Poolse Lodz aan toe, waar Paul terechtkomt in het kielzog van een student op Erasmus-uitwisseling.
Ondertussen lijkt de vrijblijvendheid waarmee de nieuwe Paul zijn nieuwe leven benadert, aanstekelijk – of besmettelijk, het is maar hoe positief je het wil zien. Die student neemt een klein beetje van die ‘wat er ook gebeurt’-mentaliteit mee. Wie goed oplet, ziet die eerste bestuurder bij wie we Paul in zien stappen later in de film weer terug. En zelfs Pauls echtgenote en de privédetective die ze inhuurde om haar man op te sporen, lijken door hun zoektocht iets van hun geregelde leventje af te schudden. Maar pas als Paul stuit op de zo mogelijk nog ongebondener Nele, gaat hij voor het eerst een beetje twijfelen aan zijn keuze om niet meer te kiezen.
Joost Broeren-Huitenga