The Paper Will Be Blue
- long
- 92'
- English subtitles
Wat weten we van Roemenië? Sinds 1 januari 2007 is het land lid van de Europese Unie. Maar wat we weten we ervan? Polen, Tsjechië, Hongarije – bij die landen gaat nog wel een lichtje branden. Maar bij Roemenië nauwelijks. Schemerduister, bijna zwart.
Ze hadden Ceausescu, er was iets met weeshuizen waar kinderen onder verschrikkelijke omstandigheden verbleven (maar dat schijnt inmiddels alweer veel beter te gaan) en de hoofdstad is Boekarest.
Het erge is: ook Roemenen weten veel dingen over hun land niet. In 1989 werd ook in hun land het juk van de dictatuur afgeworpen, maar in tegenstelling tot de meeste andere Oost-Europese landen is het communistische verleden sindsdien doodgezwegen. De mensen die onder het communisme de macht in handen hadden, keerden na de val, vlucht en executie van Nicolae Ceausescu gewoon weer terug. Zelfs de revolutie zelf is een onduidelijk geval. Er waren geen helden (zoals in Polen Lech Walesa of in Tsjecho-Slowakije Vaclav Havel), het is onduidelijk wat er die dagen precies gebeurde en het is nog altijd onbekend wie de snipers waren die ervoor zorgden dat in de periode na de val van het regime meer doden vielen dan ervoor. Er gaan veel geruchten de ronde, geruchten waarbij ook de namen van huidige machthebbers worden genoemd, maar niemand weet er het fijne van. Politiek is het land nog altijd gesloten en corrupt – het lidmaatschap van de Europese Unie heeft daaraan weinig veranderd.
De meeste Roemenen hebben het daarom maar liever niet over het verleden: niet over het communisme en niet over de revolutie. De jonge Roemeense filmmakers, die
sinds begin deze eeuw de Europese cinema hebben veroverd, zien de erfenis van 1989 wel onder ogen. De rode draad in de Nieuwe Roemeense Cinema is het lot van een onmachtige Roemeen-met-de-pet, die zich door zijn maatschappelijke sores heen probeert te ellebogen maar overal tegen muren aanloopt. Sociale onduidelijkheid overheerst – gefilmd in een realistische docudramastijl en voorzien van een stevige scheut typisch Oost-Europese, bitterzwarte humor.
Dat geldt allemaal ook voor The Paper Will Be Blue, die de chaotische gebeurtenissen van de nacht dat Ceausescu vluchtte laat zien door de ogen van een gewone soldaat. Vraag je af wat je zelf deed in de nacht van 22 op 23 december 1989 voordat je deze jongen bekijkt, die op zijn manier de situatie vooruit probeert te helpen maar eigenlijk geen idee heeft wat er gebeurt en met zijn relatief initiatiefrijke gedrag vooral problemen veroorzaakt en niets oplost.
De stijl is zeer realistisch – documentair bijna. Het maakt de film zo toegankelijk als een nieuwsreportage en zo spannend als een live verslag. Want wie schiet op wie? En waarom? Er is sprake van ‘terroristen’, leger en milities opereren naast elkaar, het is onduidelijk wie er nog aan de kant van het regime staat en de communicatiemiddelen haperen, zodat het kan gebeuren dat de ene soldaat aan de andere vraagt: ‘Zijn we nu aan het muiten of niet?’ Het is een chaos die voortduurt: ook twintig jaar later is nog veel onduidelijk van wat er gebeurde tijdens de Roemeense revolutie. Een revolutie zonder helden, zonder iconen en zonder echte machtswisseling. Maar wel een revolutie die inmiddels de spannendste nieuwe cinema van Europa heeft voortgebracht.
Kees Driessen