Terri
- long
- 105'
- English spoken
‘Am I part of a group of monsters?’, vraagt Terri aan zijn schoolhoofd, Mr. Fitzgerald. Het is geen onterechte vraag. Terri wordt door zijn klasgenoten bejegend met, laten we het reserve noemen. En dat is misschien ook niet zo onterecht. Hij sleept zijn veel te dikke lichaam rond in een pyjama, en woont samen met zijn hulpbehoevende oom. Kortom, alle ingrediënten voor een schrijnende coming of age.

Terri woont in een afgeleefd huis met zijn oom James, voor wie hij zorgt. Waar zijn ouders zijn en waarom ze niet bij hem zijn, blijft onduidelijk. Op school wordt hij niet echt gepest – zijn schoolgenoten lijken eraan gewend te zijn dat hij in zijn slaapgoed verschijnt – maar vrienden heeft hij ook niet. Dat verandert wanneer hij wordt opgemerkt door Mr. Fitzgerald, die hem deel laat uitmaken van zijn speciale groep ‘goedhartigen’. Dat betekent dat hij een keer per week op het kantoor van het schoolhoofd zijn hart mag luchten. En dat hij in aanraking komt met andere bijzondere gevallen, zoals de neurotische Chad, die zich letterlijk de haren uit het hoofd trekt. De bezoekjes zijn een opmaat tot een nog grotere verandering, wanneer Terri opkomt voor het populaire meisje Heather. Door Terri’s toedoen blijft ze ongestraft en dat beloont ze met aandacht – het begin van een onwaarschijnlijke vriendschap.
De film wordt gedragen door comedian Jacob Wysocki, die de obese, overbewuste tiener met veel gevoel speelt. Hij kan leunen op John C. Reilly, op wiens lijf de rol van sympathieke en enigszins excentrieke schoolhoofd op het lijf is geschreven. Bij hem klinken zinnen als ‘I thought I was a monster too and I was treated like one’, volkomen natuurlijk.
Het verhaal ontrolt zich in een kalm tempo, met veel aandacht voor details in elke scène – zoals die waarin Terri op zijn gemak muizenvallen prepareert op de zolder. Regisseur Azazel Jacobs heeft ook oog voor absurdistische plaatjes – Chad en Terri zitten samen op de bank en eten beans op toast, gemaakt door oom James. Zwijgend kauwen ze op hun boterhammen. ‘This is superfun’, merkt Terri op. Of Fitzgerald neemt Terri mee om naar een graffiti te kijken waarin zombies figureren. ‘I don’t even understand it’, zegt Fitzgerald. ‘A zombie is someone who died and’, begint de concierge uit te leggen. ‘I know what a zombie is, Bob’.
Het zou gemakkelijk zijn om de vreemde figuren in de film belachelijk te maken, maar Jacobs bewaart de broze balans tussen mens en monster met subtiele humor en liefdevolle aandacht. Dat geeft hoop: ‘you can always feel nicer.’
Nicole Santé