Majority
- long
- 111'
- English subtitles
“De grote vissen eten de kleintjes op.” “Het recht van de sterkste.” De “rat race.” Het zijn uitspraken en gezegdes waar sommigen bij zweren, en anderen met afgrijzen een stapje terug voor zetten. Het zijn uitspraken die uitgaan van het recht van de meerderheid – en meerderheden hebben nu eenmaal snel het gelijk aan hun kant. Wat niet wil zeggen dat ze dat ook hebben.

Al zeker niet in Majority, een bildungsdrama waarin een slap, lichtelijk vals karakter van een zoon te kiezen heeft: volgt hij de mores van zijn conservatieve pa, of kiest hij voor een resoluut andere houding?
De eerste scène is misschien wel de pijnlijkste. De hoofdpersoon, Mert, is dan nog een jongetje. Een klein, dik jongetje. Als hij samen met zijn vader thuiskomt, trekt Mert de stekker van de stofzuiger eruit. De schoonmaakster maakt daarover een onderdanige opmerking tegen Mert, ‘schatje’. De vader bekt haar af: zo moet ze hem niet noemen. Mert loopt vervolgens langs de schoonmaakster en trapt haar tegen de muur. De schoonmaakster zegt niets.
De meerderheid uit Majority is een mannelijke meerderheid. Vrouwen zijn er voor het zachte werk. Omkijken doe je naar niemand. Eigen gezinnetje staat voorop, en dan komt het leger. Het vaderland moet immers worden verdedigd tegen afvallige vijanden.
Neerbuigendheid is een karaktertrek en als er iemand moeilijk wil doen, is het betere vuistenwerk het te verwachten antwoord. Het is een patroon dat van vader op zoon wordt overgedragen en ook de vrienden van pa helpen mee (‘wanneer ga je het leger in?’). Merts vrienden declareren enthousiast dezelfde mores (‘je moet ze neuken en dumpen’ is hun advies), maar uiteindelijk is het de vader die de zoon van jongs af aan bijbrengt hoe hij zich hoort te gedragen. Mert leert een meisje kennen. Of eigenlijk: om de één of andere reden vindt een meisje Mert leuk. Ze is ver van huis, we zitten in Istanbul en zij komt, leren we, uit het dropje Van – in Koerdisch gebied in Oost-Turkije. Ze heeft al de nodige vervelende venten op haar pad. En dan krijgt ze Mert erbij: verlegen, onhandig, bot, niet goed wetend-wat-ie-nou-eigenlijk wil. De vrouwen in Majority zijn warme, trieste, meelijwekkende personen. Met Mert en zijn vader kan je soms met de beste wil van de wereld geen medelijden voelen, maar deze vrouwen blijven koste wat het kost proberen er wat van te maken: van het gezin, van hun relatie of van de toekomst.
Mert daarentegen is consequent onaardig. Hij maakt lullige opmerkingen over en tegen het enige meisje dat hem leuk vindt, snapt niet waarom hij tegen zijn moeder zou moeten praten en richt zich voor elke beslissing op de helpende hand van zijn pa. Hij lijkt liefdeloos en agressief en mist daarbovenop ook nog eens alles wat op een ruggegraat lijkt: dat eervolle, dat krijgt zijn vader er maar niet ingeramd.
Mert lijkt een beeld te vormen van een land, van een generatie: voortdurend op de wip tussen oude waarden en wijsheden en de mogelijkheid om de overstap te maken naar een leven van andere keuzes. Majority is een verhaal dat in het lange proces van groter worden nog eens haarfijn toelicht hoe belangrijk het kan zijn om op goeie oude Freudiaanse wijze een kleine vadermoord te plegen vooraleer je jezelf worden kan.
(KD/EV)