Love Story
- long
- 92'
- English spoken
Wat is echte liefde? En wat is echte film? Twee vragen die lekker door elkaar lopen bij Florian Habicht, Kiwi in New York.
Als het een beetje lekker weer is op Pluk zal de zomerse sfeer van liefde en cinema uit Florian Habichts Love Story ongetwijfeld overslaan op het publiek in de strandstoelen. Het idee van de Nieuw-Zeelander in New York is even simpel als geniaal: toen Florian niet goed wist hoe hij zijn film moest aanpakken, besloot hij daarvan zijn uitgangspunt te maken. In Love Story vraagt hij willekeurige New Yorkers om raad: over liefde, lust en relaties.
Dat levert het misschien wat gemakkelijke, maar wel erg lekkere zachte binnenste op van deze bonbon. Daaromheen zitten echter andere lagen. Soms is het zelfs niet duidelijk of je misschien niet gewoon het papiertje zit te eten. Want wat is echt en wat niet? Wat is liefde en wat is gespeeld? Wat is documentaire en wat is scenario?
Een decennium of wat geleden waren zulke vragen louter voer voor Franse filmtheoretici. Maar tegenwoordig – in onze post-reality, mediawijze en camera-op-zak-dragende maatschappij – heeft iedereen hier op de luchtigste manier ideeën over. En daar speelt Florian mee, op een vermakelijke en prikkelende manier.
Want sommige scènes zijn (of misschien moet ik zelfs hier zeggen: lijken) duidelijk documentair. Florian spreekt mensen aan op straat en Skypet met zijn vader, die hem advies geeft – in de liefde en in de filmproductie. Andere scènes zijn (of lijken) duidelijk geacteerd. Zo vertelt Florian in voice-over dat hij een Russische vrouw met een stuk taart had gezien in de metro en die vervolgens kwijt was geraakt – terwijl we daar de beelden van zien. Op andere momenten zien we suggesties van New Yorkers die hij interviewt (‘laat een taxi over haar voet rijden’) direct gevolgd worden door de betreffende scène. Fictie.
Maar de vrouw bij wie Florian in de taxi stapt en die wel verontwaardigd reageert (‘The meter’s running!‘), maar toch meewerkt, expliciete tips geeft over geslaagde seks en uiteindelijk het formulier tekent (noodzakelijk in Amerika) dat hem het recht geeft de beelden te gebruiken – is dat documentair? En de spanning die ontstaat tussen de beeldschone Russische actrice, die hij heeft gecast als zijn eigen love interest, en hemzelf (halve hipster, vriendelijke overbeet en de voortdurende gezichtsuitdrukking van een kid in a candy store: glunderend en ongelovig), over waar precies de grens ligt tussen feit en fictie – is dat geacteerd? Doet Florian alleen maar alsof hij echt verliefd wordt op degene op wie hij acteert verliefd te zijn – omdat dat natuurlijk goed filmmateriaal oplevert? En als zij, die het bij een filmrol wil houden, tegen hem zegt: ‘You know I’m just acting, right?‘ – is dat dan echt of acteert ze dat ook?
Vroeger waren dat diepe gedachten. Tegenwoordig, nu iedereen zich veel meer van de bedrieglijke macht van het beeld bewust is, zijn dat oppervlakkige gedachten geworden. Maar het maakt ze niet minder existentieel en filosofisch. En het maakt Love Story, met zijn Woody Allen-achtige jazzmuziekjes, niet minder zomers.
KEES Driessen