Fukushima, mon amour
- long
- 108'
- English subtitles
Wat moet een clown in het door een atoomramp geruïneerde gebied rond Fukushima? Het lijkt misschien het begin van een slechte mop. Maar bij de Duitse filmmaakster Doris Dörrie is het het uitgangspunt voor een melancholieke overdenking over het verwerken van trauma.
In het eerste deel van Fukushima, mon amour zien we de hoofdpersoon, de jonge Duitse Marie, enkel in haar clowns-make-up. Voor het goede doel Clowns4Help (gebaseerd op Clowns Without Borders, waarvan directeur Moshe Cohen in een bijrol te zien is) reisde ze naar Japan, om daar op te treden voor de mensen die hun huizen verloren in de nucleaire ramp in Fukushima
Vijf jaar na de ramp lijkt de tijd te hebben stilgestaan in het gebied rond de kernreactor. De toplaag van de door straling aangetaste grond is weliswaar afgeschraapt, maar de vuilniszakken vol aarde staan er nog, hoog opgestapeld in keurige rijtjes. En al is een groot deel van het gebied door de overheid weer veilig verklaard, het lijkt nog mijlenver weg voor het echt weer bewoonbaar is.
De film werd daadwerkelijk in het rampgebied gedraaid, met constant een geigerteller in de aanslag.
De Duitse regisseuse Doris Dörrie heeft een nauwe band met Japan. Ze maakte al meerdere films in het land, en ze reisde er naar eigen telling meer dan vijfentwintig keer heen. De ramp bij Fukushima ging haar dan ook aan het hart. Maar haar in indringend zwart- wit geschoten film – die overigens daadwerkelijk in het rampgebied werd gedraaid, met constant een geigerteller in de aanslag – gaat over veel meer.
Marie torst zo haar eigen trauma’s met zich mee. Die vallen weliswaar in het niet bij wat de mensen in Fukushima te verduren hebben gehad, maar persoonlijk trauma is nu eenmaal niet relatief. Pas als zij met de bejaarde geisha Satomi dieper het stralingsgebied in trekt om iets te herbouwen, kan ook haar eigen verwerking beginnen.
Joost Broeren