De engel van Doel
- long
- 76'
- English subtitles
Het Stenen Hoofd, waar Pluk wordt gehouden, is een geweldige locatie voor een vertoning van De engel van Doel. Een documentaire over een kwijnende rafelrand aan het water, op de grens van een haven die wil uitbreiden – plek en film komen prachtig samen.
Dat gaat een mooi beeld worden: een vrachtschip dat in de mist voorbijtrekt, op het scherm van Pluk. Laten we hopen dat het een beetje mistige avond is – niet zo mistig dat de vertoning er last van krijgt, maar genoeg om, als je je omdraait, te vermoeden dat het schip verder vaart, de nacht in, richting het Centraal Station.
De tanker is een van de schilderachtige beelden die in de zwart-witfilm De engel van Doel als interpunctie dienen. Doel is een Belgisch dorp aan de Schelde, een leeglopend spookdorp, dat op het punt staat – dat al tientallen jaren op het punt staat – om door een uitbreiding van de Antwerpse haven van de kaart geveegd te worden.
Een beetje zoals Ruigoord, bij Halfweg, gedeeltelijk heeft moeten wijken voor de Amsterdamse haven. En zoals het Stenen Hoofd, de rafelrandlocatie van Pluk de Nacht, zelf jarenlang dreigde plaats te maken voor nieuwbouw (de locatie lijkt voorlopig gered, al sneuvelt binnenkort de ‘natte punt’, het laatste stuk met palen in het water).
De Nederlandse documentairemaker Tom Fassaert filmde vijf jaar lang in Doel. Hij maakte al in 2006 de korte documentaire Doel leeft; de lange documentaire De engel van Doel werd geselecteerd voor het filmfestival van Berlijn en kreeg daar een eervolle vermelding van de Oecumenische Jury. Die was waarschijnlijk vooral gecharmeerd van pastoor Verstraete, een van Fassaerts geweldige hoofdpersonen. De oude Verstraete is terminaal ziek, maar gaat onverdroten door met zijn huisbezoeken – traagjes, op een driewieler. Ook al trekken steeds meer mensen weg uit Doel en wordt zijn parochie steeds kleiner. Het dorp is net zo terminaal als hijzelf, maar morbide wordt De engel van Doel nooit. De pastoor zelf wel, maar hij hamert vanaf de kansel zo apocalyptisch op de nakende dood dat het toch weer grappig wordt.
Bovenal drijft De engel van Doel op een milde melancholie. Tempus fugit, tempo doeloe en memento mori. Een gevoel dat wordt versterkt door de schoonheid van de beelden en verluchtigd door de humor waarmee de oude bewoners het lot te lijf gaan.
Dat geldt vooral voor Fassaerts tweede hoofdfiguur, Emilienne Driesen, die met haar vriendinnen koppig door blijft pellen aan de keukentafel, ouwehoerend over van alles en nog wat, maar zonder dat een haar op haar hoofd eraan denkt om te vertrekken. Ook als haar vriendinnen weggaan, de een na de ander, en zij in haar eentje achterblijft met de garnalen.
Die keukentafel is het centrale punt in de documentaire. Daar bespreken Driesen en haar bezoek de situatie in de wereld. Een wereld, weldra zonder Doel.
Kees Driessen