5 Broken Cameras
- long
- 94'
- English subtitles
Zes jaar, vijf camera’s en honderden uren documentaireopnames. Via de blik van cameraman Emad Burnat zie je het concrete effect van de Israëlische Afscheidingsmuur op een Palestijns dorp, dat een deel van zijn grondgebied kwijtraakt. De camera vecht terug.
Je kan in het Nederlands zeggen: even wat beelden schieten, als je bedoelt: een foto of een filmopname maken. Maar het klinkt een beetje raar. In het Engels is het heel normaal: shooting a film. Elke opname heet een shot. Alsof de camera een geweer is.
Voor een sociaal activist is de camera inderdaad een wapen. Zoals voor de Palestijnse hoofdpersoon en cameraman Emad Burnat in de documentaire 5 Broken Cameras, die het neerzetten van de Israëlische Afscheidingsmuur registreert en het wekelijkse verzet van zijn dorpsgenoten in Bil’in, een gehucht vlakbij Ramallah, dat door de afscheiding een deel van zijn grondgebied kwijtraakt. Ze krijgen steun van internationale activisten. Ook Israëlische, onder wie co-regisseur Guy Davidi.
De pen is machtiger dan het zwaard, zei men vroeger. Inmiddels zou het gezegde moeten luiden: De camera is machtiger dan het geweer.
Er zit een extreem krachtig beeld in 5 Broken Cameras. Tijdens de zoveelste heftige demonstratie, waarbij traangasgranaten en kogels hem om de oren vliegen, filmt Emad Burnat – min of meer bij toeval – een Israëlische soldaat die recht op hem schiet. Emads camera is gericht op het Israëlische geweer en ziet de kogel op zich af komen.
Op het moment zelf zag Emad het niet – dat gaat veel te snel. Maar achteraf kon hij de beelden redden van alweer een gebroken camera. Je kijkt mee door zijn lens en ziet de kogel op je afkomen. Ook in slowmotion is het angstaanjagend.
Emads camera is een wapen, omdat hij dat eenmalige schot van de soldaat eindeloos kan herhalen, wereldwijd, als bron van verontwaardiging, activisme en – hopelijk – politieke meningsvorming. In Amsterdam won hij al de Publieksprijs op het documentairefestival IDFA.
Toch ervaar ik de camera op het moment van die beelden niet zozeer als wapen. Ik ervaar hem als Emad. Ik voel me in zijn schoenen gezet. Zes jaar lang filmde Emad alle activiteiten in het dorpje. Hij was overal bij. In de anderhalf uur die daaruit zijn gemonteerd, zie je Bil’in, zijn dorp, door zijn ogen.
Ook zijn vrouw. Ook zijn kinderen. Ze kijken vlak langs of zelfs recht in de camera. Alsof ze naar jou kijken. Dat is de grootste kracht van deze schokkerige, schuddende camera als wapen: dat je vergeet dat hij bestaat. Dat hij samenvalt met de man die hem draagt: Emad Burnat.
Het meest vreemde effect is, dat de laatste beelden van elke camera, voordat die de geest geeft, telkens lijken alsof we de laatste beelden van een stervende zien. De ene keer gaat hij in één keer op zwart. Dood. De andere keer begint hij te haperen, alsof je een klap tegen je kop hebt gehad. Weer een andere keer raakt hij onscherp, alsof je het bewustzijn verliest.
Gelukkig doet de zesde camera het nog steeds.
KEES Driessen