La lisière
- long
- 110'
- English subtitles
Het gevaar komt op een brommer.
Het geluid van een brommer zal nooit meer hetzelfde klinken, na het zien van La lisière. De milde irritatie die je tot nu toe voelde bij het naderen van zo’n typisch tienermobiel, gaat nu vergezeld van het gevoel van naderend onheil.
François is een jonge arts, die zijn fijne leven in de stad – met vriendin en goede vrienden – verruilt voor een post in een gloednieuw opgetrokken dorp op het Franse platteland. Ah, het Franse platteland, met zijn uitgestrekt, zacht glooiende velden, met lange, lange wegen langs weelderige bossen. Waar, zodra de duisternis invalt, het licht ook helemaal verdwenen is. Waar zich van alles kan afspelen in het donker.
De heersers van de duisternis zijn de jongeren – een groepje meisjes en jongens, onbetwistbaar geleid door de ondoorgrondelijke Cédric, op zijn onafscheidelijke brommer. ’s Avonds trekt de groep de bossen in, voor vreemde, wrede spelletjes. Spelletjes waar sommige kinderen nog veel te jong voor zijn, maar het verlangen erbij te horen, is groter dan de angst. En anders is er altijd wel iemand die je het nodige duwtje in de rug geeft.
Onbehagen en ongemak voeren de boventoon in La lisière, waarin mensen voortdurend net iets te dicht bij elkaar staan, en elkaar net iets te lang en indringend aankijken. Waarin alle meisjes verliefd zijn op de nieuwe dokter en zijn aandacht vragen met voorgewende aandoeningen. Vooral Claire, de enige in de groep die soms eigenzinnige neigingen heeft, ziet in de arts een zielsverwant. Ze is vastbesloten zijn liefde te winnen, zijn bezoekende vriendin en het grote leeftijdsverschil ten spijt.
La lisière roept associaties op met Michael Haneke’s Das weisse Band, waarin het ook de dorpsjeugd is die de loop der dingen bepaalt. Die zich onttrekt aan het oog van de volwassenen, en leeft in een zelfcreëerd universum, volgens een eigen logica en met ondoorgrondelijke regels. Net als Haneke’s films is La lisière doortrokken van een haast ondraaglijke, onderhuidse spanning. En ook hier wordt er bijna verontrustend goed geacteerd door die soms hele jonge kinderen.
Maar anders dan in Das weisse Band maakt Bajard dankbaar en effectief gebruik van muziek – de briljante soundtrack van Mrs Good (is de aftitelingssong Certain Games een verwijzing naar Funny Games?) dompelt de film in melancholie, verlangen naar een wereld die niet bestaat, liefde die niet bestaat.
Troost of verlichting is er niet: de kerk is een steriel en ongenaakbaar gebouw, en de dansavond bijna letterlijk een vleesmarkt. En achter de schoonheid – van het landschap, van de jeugd – gaat gevaar schuil. Gevaar dat soms onmerkbaar naderbij sluipt, en zich soms aankondigt met het geluid van knetterende brommers.
Nicole Sante