Boogie
- long
- 98'
- English subtitles
Vorig jaar vertoonde Pluk Radu Munteans The Paper Will Be Blue. Net als zijn collega’s van de Nieuwe Roemeense Cinema worstelde Muntean daarin nog met de onduidelijke erfenis van de revolutie van 1989. Die fase lijkt nu voorbij: Boogie gaat gewoon over een jongen, zijn vrienden en zijn meisje. Maar goed is het nog steeds.

Voor 2005 hoorde je eigenlijk nooit iets over Roemeense films. Je hoorde überhaupt niet veel over Roemenië. En opeens verscheen een hele reeks bijzondere films van onbekende jonge makers – die ook nog eens alom prijzen wonnen. Roemenië werd het spannendste nieuwe filmland van Europa. Titels? The Death of Mr. Lazarescu (Cristi Puiu, 2005), over de abominabele staat van de Roemeense ziekenzorg; 12:08 East of Bucharest (Corneliu Porumboiu, 2007), waarin een talkshow ontspoort als ze over de revolutie beginnen – de beste film van 2007, wat mij betreft, nipt voor een andere Roemeen: 4 maanden, 3 weken en 2 dagen van Cristian Mungiu, een schrijnend verslag van een illegale abortus. The Paper Will Be Blue (2006) was een beklemmend verslag van de verwarrende nacht van de revolutie, gezien door de ogen van een soldaat die het ook allemaal niet meer weet.
Het zijn allemaal films over eenvoudige Roemenen, die zich van dag tot dag door een chaotische maatschappij heen worstelen terwijl de overheid afwezig, onbegrijpelijk of bedreigend is. De mensen zijn bezig met overleven, zonder ruimte voor dromen, feesten of een toekomstvisie. De films zijn sociale aanklachten, maar zonder uitweg of politiek program. Wel met een scherp en realistisch oog voor de slachtoffers van een nauwelijks functionerend land.
Dat is een lange inleiding om bij Boogie te komen, maar noodzakelijk. Binnen deze ontwikkeling, die zelf nog maar een paar jaar oud is, is het namelijk opmerkelijk hoe
bescheiden en klein van opzet Boogie is. Hier geen sociale aanklachten, niets van een overheid of een maatschappelijk instituut. Geen ziekenhuis, geen illegaliteit. De afwezigheid van die maatschappelijke laag is waarschijnlijk de reden dat Boogie minder aandacht kreeg dan zijn voorgangers en dat de – toch echt uitstekende – film in Nederland niet in roulatie ging. Roemeense films vielen tot nu toe in het hokje ‘politiek bevlogen eye-openers uit Oost-Europa’, maar Boogie is gewoon een klein menselijk drama, dat zich overal zou kunnen afspelen.
Wat is gebleven is het documentair ogende realisme van de film, met de losse camera en het extreem realistische acteren, en de betrokkenheid bij de gewone man. Boogie staat daarmee nog wel degelijk in de traditie van de Nieuwe Roemeense Cinema. Maar de tijd schrijdt voort en dezelfde jongeren die opgroeiden in de verwarrende jaren rond de revolutie zijn twintig jaar verder en hebben inmiddels kinderen en andere zorgen. Hoofdpersoon Boogie heet zo omdat ‘ie vroeger graag uitging. Vroeger; nu is hij een jonge vader. Samen met de jonge moeder en hun zoontje (gespeeld door Munteans eigen kind) bezoekt hij een triest vakantie-resort aan zee (toch nog wat meelijwekkende Oost-Europese couleur locale), waar ook twee vrienden van hem rondhangen. Die slepen hem mee om te zuipen, uitgaan, ouwehoeren over niets – weer jong zijn in een dronken roes van zelfbegoocheling. Terwijl de jonge moeder zich godverdegodver steeds bozer maakt over zijn onverantwoordelijke vluchtgedrag. Deze jonge man heeft, in tegenstelling tot zijn cinematografische voorgangers, wel een toekomst – hij heeft alleen nog geen zin om hem onder ogen te zien.
Ik zei het al: een eenvoudig verhaal. Maar wat een goede filmmaker.
Kees Driessen