De Russisch-Amerikaanse regisseur Eugene Kotlyarenko stopt echo’s uit zijn schaamteloze Los Angeles-hipsterportret A Wonderful Cloud en zijn tech-savy filmdebuut 0s and 01 in Wobble Palace, een battle of the sexes-komedie uit LA die als geen ander onze collectieve obsessie met smartphones weet te vangen.
Het openingsshot van Wobble Palace kun je niet eens een shot noemen. Het is een screengrab van een iMessage-gesprek tussen Eugene (gespeeld door Kotlyarenko zelf) en zijn vriendin Jane (coscenarist Dasha Nekrasova). In een scroll lezen we de geschiedenis van hun gehele romance, van het eerste voorzichtige berichtje na het uitwisselen van nummers tot een gedoemd laatste voorstel. Want wanneer Eugene en Jane hun relatie op zijn eind zien lopen, nemen ze een drastische beslissing. Op een zeker weekend – ergens in 2016, net voordat hij-die-niet-genoemd-mag-worden de presidentsverkiezing wint – besluiten ze hun huis (hun titulaire ‘Wobble Palace’) te timesharen: hij één dag, zij de andere. Daarna zien ze wel weer verder. Wat volgt is een even geestige als confronterende komedie over seks, onzekerheid en authenticiteit, bekeken vanuit het perspectief van zowel de man als de vrouw.
Smartphones spelen een aanzienlijke rol in Wobble Palace. Ze schuiven in en uit het beeld en openen met al hun apps en DMs nieuwe vensters in de levens van de personages. Wobble Palace doet daarmee denken aan Kotlyarenko’s debuut 0s and 1s, dat zich volledig op een computerscherm ontvouwt. “Ik ben de ideeën in mijn debuut en in opvolger A Wonderful Cloud inderdaad gaan samenvoegen”, vertelt Kotlyarenko via Skype. “Op dit punt zijn onze romantische relaties, of eigenlijk al onze relaties, volledig gemedieerd door smartphones. Zo ontmoeten we mensen, vergaren we ideeën en indrukken van wie en wat die mensen zijn. Nog belangrijker: het is de manier waarop we onszelf naar de wereld projecteren en de manier waarop we onszelf leren begrijpen. Ik zou dus zeggen dat je scenario van wel hele goeden huize moet komen wil je een film maken over hedendaagse personages zónder dat je de functie en alomtegenwoordigheid van de smartphone erin erkent. Ik ben vooral geïnteresseerd in hoe ik dat grafisch en qua compositie in het beeld kan verwerken.”
Wobble Palace benadert het scherm op een totaal andere manier dan 0s and 1s.
“Die computerbeelden van 0s and 1s voelen nu archaïsch. Inmiddels is het publiek – en dan heb ik het ook over de normies, ouderen en de rest van de mainstream – volledig geacclimatiseerd aan de telefoon. Ze begrijpen zelfs de taal, subtiliteit en humor ervan. Een voorbeeld: iets schrijven op je telefoon en het vervolgens niet verzenden. Acht jaar geleden begrepen we dat niet zoals we dat nu doen. Mijn uitdaging was uiteindelijk: kan ik dat combineren, terwijl tweederde van het beeld wordt gevuld door een close-up van iemands gezicht? En weet je wat?”
Het kan!
“Het kan!”
Laten we het hebben over die mensen die de telefoons bedienen en het beeld vullen. Er zit een soort symbolische scheidslijn in je film: de focus van Wobble Palace verschuift halverwege de film van de man naar de vrouw.
“Een van de drijfveren om deze film te maken was een gevoel dat de afgelopen jaren alleen maar is gegroeid: ik bespeur haat en, in ieder geval op het oppervlak, veel negatieve energie tussen de seksen. Er is een genderoorlog die je niet echt een oorlog kan noemen, maar meer een soort beweging waarin met name vrouwen mannen wegzetten als shitty guys. De #MeToo-beweging hoort daarbij. Dat vind ik correct, maar toch: er blijft een afgunst hangen voor de identiteit die niet jouw eigen is. Er is met name een haat jegens de witte, cis, hetero man. Ik wilde een film maken die bewust extreem afstotend zou werken, waarin je eerst gebonden bent aan een letterlijke interpretatie van de ergste witte man mogelijk.”
Die tijdens Halloween letterlijk verandert in Nosferatu, de iconische vampier en een ultieme belichaming van de toxic white male.
“Maar tegen die tijd hoop ik dat je toch wat sympathie voor hem hebt! De film lijkt te gaan over een relatie, maar gaat eigenlijk over het einde van een relatie die extreem opengebroken is. Mijn theorie is dat als je een man bent, je Eugene niet echt mag, maar dat je je waarschijnlijk wel kan vinden in zijn gedrag en in zijn wanhoop. Er is een seksuele wanhoop die alle mannen verenigt. Of op zijn minst de meerderheid. De vrouwen in het publiek zullen hem vast haten. De film kan je leuk vinden, maar je wilt niet met Eugene hangen. Dat widle ik afwisselen met dit vrouwelijke personage, Jane. Veel vrouwen kunnen zich waarschijnlijk met Jane vereenzelvigen, met haar worsteling en onvermogen om agressieve situaties de baas te zijn. Mannen zullen misschien denken: wie is die irritante chick? Waarom moet ik naar haar geklaag luisteren? Dat is mijn bedoeling, al weet ik niet of dat gelukt is. Ik hoop het eigenlijk niet, want dat betekent dat deze film pas slaagt als ik eerst de ene en dan de andere helft van mijn publiek heb vervreemd.”
Kan je ook niemand in deze film haten?
“Daarom heb ik de film in tweeën gedeeld. Ik wil zien of ik mensen zo ver kan krijgen om Eugene te mogen. Kunnen vrouwelijke kijkers sympathie voor hem hebben? Kunnen mannen dat hebben voor Jane? Die vragen zijn de reden dat ik deze film maak. Film heeft namelijk, meer dan welk ander medium, de mogelijkheid om sympathie te genereren zonder te vervallen in propaganda. Elke propagandamachine kan een intense emotie oproepen, maar alleen film kan voor sympathie zorgen.”