Donderdag is het Shorts Night, dus we hebben vele filmmakers om aan het woord te laten. Peter Tscherkassky vertelt over zijn intense, uit found footage samengestelde Midnight Short Outer Space.

Related movies

Wat was de inspiratie voor Outer Space en hoe selecteerde u het specifieke bronmateriaal?
“In het ‘pre-internettijdperk’ van de vroege jaren negentig had mijn goede vriend Martin Arnold een filmtijdschrift , Big Reel, waarin een handelaar oproepjes plaatste met filmprints die hij te koop had. Ik liep toen al rond met een idee om iets te doen met het breedbeeld filmformaat CinemaScope. Als je het volledige celluloid projecteert, zie je ook de perforatiegaatjes en de optische geluidstrack. Dat komt dan terecht op het deel van het beeldscherm dat normaal gesproken alleen bij CinemaScope projectie wordt gebruikt. Dus de ‘outer space’ van de filmstrip wordt plotseling zichtbaar. Mijn idee was om het filmische materiaal zelf centraal te stellen, gerepresenteerd door de geluidstrook, de perforatiegaten, en het celluloid zelf, door dat te versnijden. Ik had nog iets tegoed van Martin, dus hij las alle filmtitels die te koop waren voor op mijn antwoordapparaat zodat ik ze kon researchen. Een van de films, The Entity, was niet alleen een CinemaScope-film, maar hij was ook nog eens heel goedkoop: slechts 50 dollar. De beschrijving was: ‘Een onzichbaar spook achtervolgt en verkracht een vrouw.’ Ik zag voor me dat ik kon proberen dat spook te vervangen door het filmmateriaal, dus ik nam de gok. Toen ik de film zag wist ik direct dat het precies was wat ik zocht. Dus het was puur geluk!”

Klagen mensen weleens over de intensiteit van de ervaring na het kijken van uw films? Geeft u waarschuwingen voor epilepsie?
“Vreemd genoeg heeft nog nooit iemand me dat gevraagd. Of ik kan het me in ieder geval niet herinneren. Er zijn in ieder geval voor zover ik weet nooit incidenten geweest. Het enige wat ik terug hoor is dat men heel veel energie van de films krijgt – maar geen epileptische aanvallen.
“Mijn eerdere films hebben overigens wel eens kleine relletjes veroorzaakt. Ondanks de titel was er rond Film of Love uit 1982 vaak ophef bij vertoningen. Ik weet van twee vertoningen waar men hardhandig probeerde te projectie te beëindigen: een keer in 1982 bij het Interfilm Festival, het eerste grote Super-8 filmfestival in Berlijn, en kort daarna op het Tuscan International Short Film Festival Montecatini. En toen David Gatten ooit mijn film Parallel Space: Inter-View uit 1992 vertoonde, moest hij met man en macht de projectiecabine van een inval behoeden.”

Wat vindt u van de recente terugkeer van analoge filmtechnieken? Keren we terug naar het analoge tijdperk?
“Ik ben lichtelijk geschokt. Als iemand me vijf of zes jaar geleden de hedendaagse situatie zou hebben beschreven, zou ik het niet hebben geloofd. Het verdwijnen van de analoge filmvertoning – niet alleen van de mogelijkheid om celluloid te draaien maar ook van ter zake kundig personeel – is dramatisch. Het is zienderogen aan het verdwijnen. Tegelijkertijd is er, zoals je zegt, een tegenbeweging zichtbaar. Het is moeilijk te voorspellen wat er gaat gebeuren. De hernieuwde belangstelling in vinyl is hoopgevend, en Hollywood gebruikt weer 35mm als opslagmedium, simpelweg omdat het de meest houdbare drager is. Digitale media houden het hooguit 5 of 10 jaar uit, daarna moeten de bestanden worden gekopieerd, keer op keer opnieuw, omdat systemen en software veranderen. Maar 35mm en 70mm zullen overleven. Er zijn mensen die daar hard voor vechten, zoals Christopher Nolan en Martin Scorsese. Maar petities zullen geen effect hebben; dit is een industrie dus er is een kritische massa nodig, genoeg mensen die op film draaien. Het feit dat Kodak nu toch weer analoge producten aanbied is hopelijk een teken dat die kritische massa er is.”