Alex Ross Perry’s Golden Exits en Kogonada’s Columbus zou je als twee kanten van dezelfde medaille kunnen ervaren. Wat beide films verenigt, is hun fascinatie voor hoe toevallige ontmoetingen leiden tot diepere inzichten en veranderingen in iemands leven. Ze delen ook een scherp en zeer filmisch oog voor steden en de invloed die de urbane ruimte onbewust uitoefent op mensen. Maar waar Kogonada met zijn debuut nog fragiel en onschuldig blijft is de meer ervaren Alex Ross Perry venijniger in zijn visie op menselijke relaties.

Related movies

Columbus speelt zich af in de gelijknamige stad in Indiana. Een mekka voor liefhebbers van moderne architectuur met zijn prachtige kantoren en kerken van de Finse architect Eero Saarinen. De dromerige Casey (Haley Lu Richardson) vindt haar troost in het bezichtigen van de gebouwen en wil het liefst verder studeren. Haar thuissituatie houdt haar echter tegen. Zij voelt zich verantwoordelijk voor haar moeder die nog kampt met haar verslavingsgedrag. Ondertussen komt Jin (John Cho, Harold uit de Harold and Kumar-reeks) aan in Columbus omdat zijn vader ernstig ziek is. Hij slijt zijn tijd door de stad te verkennen en komt zo in contact met Casey.

De premisse van Columbus zou je een American indie cliché kunnen noemen. We hebben het al eerder gezien in Garden State, Beautiful Girls en Elizabethtown: een jonge man die op een cruciaal moment in zijn leven opeens in een andere stad belandt en na een ontmoeting met een mooi meisje de ruimte krijgt om de balans op te maken. Regisseur Konogada weet dat gegeven gelukkig wel de juiste toon mee te geven zonder te vervallen in de gebruikelijke sentimentele valkuilen van die films.

Cho speelt de ingetogen rol van Jin, die worstelt met de slechte relatie die hij met zijn vader heeft. Hayley Lu Richardson betrekt je als Casey vooral met een kwetsbaarheid die zij langzaam prijsgeeft naarmate zij realiseert dat ze een keuze moet maken in haar leven. In een mooie scène wordt zij door Jin uitgedaagd om te praten over de gevoelens die de gebouwen bij haar opwekken. De gesprekken tussen Casey en Jin gaan vaak over architectuur en het unieke Columbus. Jins vader was een bekende architect en de film behandelt zijdelings ook ideeën over hoe gebouwen mensen kunnen vormen. Ruimtes die Kogonada overigens prachtig weet te filmen in shots die het weidse en groene Columbus als een serene plek neerzetten.

Waar Columbus de cathartische spil vormt voor Casey en Jin is New York het rusteloze hart waar de personages van Golden Exits maar niet uit kunnen ontsnappen. In de openingsscène zingt Emily Browing als Naomi de woorden “I’m back in the New York groove“. Deze jonge Australische vrouw is weer terug in de Big Apple. Zij neemt een baan bij de stoffige archivaris Nick die overtuigend gespeeld wordt door voormalige Beastie Boy Adam Horovitz. Met haar schoonheid maakt zij gelijk iets los bij de mensen om haar heen. Nicks vrouw Alyssa (Chloë Sevigny) en haar bitchy zus Gwendolyn (Mary-Louise Parker) zijn gefascineerd door Naomi. De sluwe Gwendolyn roddelt graag over de in haar ogen zwakke Nick die blijkbaar een oog heeft voor jonge dames. Alyssa hoort het aan en weet dat haar huwelijk gestrand is. Toch blijft zij bij Nick in de veronderstelling dat hij trouw zal blijven en is veranderd. Naomi zoekt ondertussen een oude vakantieliefde (Jason Schwartzman) op die inmiddels getrouwd is, maar ook ongelukkig is.

Regisseur Alex Ross Perry bewijst met zijn kleine en strakke oeuvre dat hij een positie als auteurcineast nastreeft. Zijn films zijn prachtig geschoten en hebben iets melancholisch in hun aangezicht. De dialogen zijn dan weer messcherp en op momenten ook pijnlijk confronterend in hun eerlijkheid. Het is een sterk contrast, tussen mooie beelden en venijnige woordenwisselingen, dat hij gebruikt om het ongenoegen van de creatieve klassen te onderzoeken.

Zijn personages zijn New Yorkers die actief zijn in de culturele sector. Ze schrijven, schilderen, fotograferen of doen daar iets tussenin. In dat opzicht is hij schatplichtig aan de cinema van Woody Allen, die weer schatplichtig is aan de cinema van Ingmar Bergman en de toneelstukken van Anton Tsjechov. De rode draad voor al die kunstenaars zijn mensen met een schijnbaar comfortabel leven waar langzaam emotionele barsten zichtbaar worden. Dat kan een gebrek aan liefde of zingeving zijn of de realisatie dat jeugdige dromen plaats moeten maken voor de onvermijdelijke acceptaties van ouderdom. Perry geeft zijn acteurs altijd voldoende ruimte om die barsten te etaleren en filmt ze in intense close-ups in natuurlijk licht. Het doet denken aan de intieme cinema van Éric Rohmer en evenaart in zijn heftigheid op momenten het werk van John Cassavetes.

Binnen Perry’s oeuvre is Golden Exits niet zo verstikkend als zijn eerdere film Queen of Earth, maar ook weer niet zo grappig als Listen Up Philip. Die eerste is als een moderne hommage aan Bergmans Persona, terwijl de tweede meer lijkt op een kruising tussen de tragikomische cinema van Woody Allen en Noah Baumbach. Golden Exits navigeert zich weer op een andere manier door the thema’s die Perry bezighouden en maken hem zeker een regisseur om in de gaten te houden.

Dit artikel verscheen eerder op filmwebsite Cine.nl.