Benoît Delépine en Gustave de Kervern zijn terug op Pluk met hun zevende film Saint Amour, waarin de Franse acteergrootheden Gérard Depardieu en Benoît Poelvoorde ee boerenvader en -zoon spelen. “We gooiden ze voor de leeuwen!”

Related movies

Oude bekenden, daar draait Saint Amour om. Regisseurs Benoît Delépine en Gustave de Kervern zijn oude bekenden op Pluk: we vertoonden eerder al hun films Aaltra en Louise-Michel, net als Saint Amour vreemde, droogkomische, trieste road movies. En in de hoofdrollen zien we twee mannen die voor elke filmliefhebber oude bekenden zijn: Gérard Depardieu en Benoît Poelvoorde, als boerenvader en -zoon op wijntocht.

Het is misschien typerend voor de droogkomische films van het duo dat Saint Amour begon als een grap. “Bij een preview van onze vorige film werden we gevraagd naar wat ons volgende project werd”, legt Delépine uit in een interview met het Franse blog Chaos Reigns. “Om het publiek wat uit te lokken, flapte Gustave eruit: ‘Een wijntour met Depardieu en Poelvoorde’. De hele zaal ontplofte van het lachen, dus toen moesten we wel!”

Delépine en De Kervern maakten inmiddels zeven films samen, en op de set van Saint Amout waren ze blij met die gedeelde ervaring, vertelt De Kervern in een interview met Abus de Cine. “Ik denk dat een filmmaker die zich in zijn eentje geconfronteerd ziet met Depardieu en Poelvoorde een grote kans loopt om stuk te lopen, haha! Een shoot met hen, het is als een gekkenhuis. Soms heb je het gewoon nodig om er even van weg te gaan, en de stilte op te zoeken.”

Toch was dat gekkenhuis ook precies wat Delépine en De Kervern voor ogen hadden toen ze aan de film begonnen. “We hebben zelden acteurs gehad die zo veel lachten”, vertelt De Kervern in het magazine En Cinemascope. “Dat maakte ons soms wat minder aan het lachen, aangezien alle tijd die zij aan het lachen waren, voor ons verloren tijd was! Maar tegelijkertijd is dat denk ik onze kracht als regisseurs: om de spelers zelfverzekerd te laten zijn, plezier te laten hebben, en een zekere vrijheid te geven. Dan is het wachten op het juiste moment om een moment te vangen. Het lijkt soms of we heel veel tijd verspillen, maar uiteindelijk krijgen we wat we willen.”

Die vrijheid is ook precies waarom Depardieu na Mammuth (2010) opnieuw met hen wilde werken, stelt De Kervern in het interview met Abus de Cine. “Ons doel is om onze acteurs vrijheid te geven, ze niet strikt te vertellen wat ze moeten doen. In andere films moet Gérard de tekst nauwgezet volgen, gebaren exact instuderen, de psychologische achtergronden internaliseren, dat alles. Wij gooien ze voor de leeuwen. Het is een beetje als een wilde dier in een dierentuin, met veel ruimte, maar toch tralies die de grenzen afbakenen.”

De wijntour die deze vader en zoon ondernemen, trapt af op de Salon International de l’Agriculture, de jaarlijkse landbouwshow in Parijs. “We hadden toestemming van de Salon, maar ze dachten dat we er alleen achtergrondbeelden zouden draaien, en de echte scènes in de studio”, vertelt Delépine in Abus de Cine. “Maar Gustave haat werken in een studio, omdat je zo veel van het leven en de natuurlijke omgeving verliest. Dus we hebben er stiekem ook scènes met de acteurs gedraaid, waarbij we voor het eerst een tweede camera gebruikten. We hebben beelden moeten ‘stelen’ en het was soms lastig vanwege het publiek. Depardieu en Poelvoorde werden door iedereen herkend, dat was moeilijk te beheersen. Als je goed kijkt, zie je in deze scènes soms het flitsen van de foto’s op hun gezichten!”