Eindelijk weer een nieuwe film van Györgi Pálfi! Na de successen van zijn absurdistische Hukkle en het vele malen weirdere Taxidermia werd het teleurstellend stil rond de Hongaarse regisseur. Free Fall is zijn revanche: een omnibus van alle films die hij al die jaren had willen maken.

Related movies

We krijgen Pálfi helaas niet zelf te spreken: hij is te druk met het draaien van zijn volgende film The Voice in Canada, een relatief grote productie gebaseerd op een roman van scifi-grootmeester Stanislaw Lem. En met de postproductie van Mindörökké (letterlijk ‘voor altijd’), die later dit jaar uit moet komen. Kortom: een ongewoon productieve periode voor de regisseur die sinds het internationale succes van Hukkle (2002) en Taxidermia (2006) vooral geplaagd werd door het feit dat er in thuisland Hongarije nooit geld was om zijn films gemaakt te krijgen.

Het leidde in 2012 tot de briljante compilatiefilm Final Cut: Ladies and Gentlemen, een protest tegen de onmogelijkheid van het filmen waarvoor Pálfi fragmenten uit honderden films aan elkaar knipte en plakte om zijn eigen universele liefdesverhaal te vertellen. Een wanhoopsdaad van een regisseur die zijn ideeën zag stranden: een interview met de Budapest Telegraph uit 2014 leest als een virtuele catalogus van alle films die Pálfi hád kunnen maken.

Datzelfde geldgebrek stond ook min of meer aan de basis van Free Fall, vertelt Pálfi tijdens een Q&A op het Chicago International Film Festival. “De inspiratie voor de film? Puur het feit dat we een beetje geld hadden! We kregen een klein budget van het Jeonju Film Festival in Zuid-Korea, om in heel korte tijd een film te maken. Weinig geld, weinig tijd, dus het moest behapbaar blijven.”

Die beperkingen gaven echter ook vrijheid, vertelt Pálfi in een interview gehouden tijdens het Karlovy Vary International Film Festival, waar Free Fall in première ging en drie prijzen won. “We hadden geen geld, maar daardoor waren we vrij. Niemand vroeg: waarom doe je dit? Hoe zit het met het scenario? Wat is de ontwikkeling van je personage? Daardoor konden we een experimentele film maken, die de gebruikelijke structuren van een speelfilm kapotmaakt.”

Om de film in korte tijd te kunnen maken, haalde Pálfi een oud idee van de plank, vertelt hij in Chicago: een omnibusfilm over een vrouw die van een flat springt en op elke verdieping waar ze langs valt een ander verhaal ziet. Dat idee had hij eerder gepitcht voor de studenten aan de filmopleiding waar hij lesgeeft. “Het leek me een perfecte vorm voor een groep studenten: ze kunnen allemaal een eigen korte film maken en het verhaal van de oude vrouw brengt het samen. Maar nu heb ik het dus zelf gebruikt!”

Die hoofdlijn was niet het enige dat Pálfi hergebruikte: veel van de ideeën die op een plank lagen te verstoffen, kwamen in gemuteerde vorm in Free Fall terecht, vertelt hij tijdens het KVIFF aan de Tsjechische publicatie CSFD. “Veel verhalen kwamen uit oude scripts die nooit geproduceerd werden, of scènes die we uit de films die we wél maakten moesten knippen. De moeder die naar de gyneacoloog gaat om haar kind terug te laten stoppen, dat komt uit een speelfilm die we ooit aan het schrijven waren. Maar toen kwam die film Benjamin Button van David Fincher uit, en die leek er te veel op. Maar ik kon het idee niet loslaten, dus ik greep de kans om het nu tot kort verhaal om te werken. Nu hoef ik die speelfilm niet meer te maken!”

Misschien is Free Fall zo wel de film geworden waardoor Pálfi zijn demonen van zich af kon schudden, en waardoor hij nu dus weer zo productief kan zijn. De veelheid aan ideeën levert in ieder geval een immens rijke film op, die van scène tot scène muteert naar steeds iets nieuws. “We wilden voor elk verhaal een ander genre aanboren”, legt Pálfi in Chicago uit. “Bij elk genre gebruikten we de camerabewegingen en de lenzen en het geluidsdesign dat daar bij hoort. Of ik een favoriet verhaal heb? Natuurlijk, dat heeft iedereen denk ik. Maar ik zeg het liefst dat het één film is. Het is een geheel, dus ik kan en wil niet kiezen. De enige manier waarop ik kan kiezen, is als regisseur, op technische gronden, op wat het dichtst is gekomen bij wat ik voor ogen had.”