Iedere avond is er weer een prachtige film te zien op het grote scherm en die films ontstaan natuurlijk niet vanuit het niets. De Daily Pluk duikt achter de schermen en vraagt de regisseurs naar hun inspiratie, het creative proces en de productie. Sebastian Schipper maakte met Victoria als veertiger een film over twintigers, en gaf dus zijn acteurs alle ruimte in zijn one take wonder.
Het komt maar zelden voor: een film die begint als een ode aan de vriendschap en liefde, ontsporend in een grote paniekaanval – en dan in real time. Regisseur Sebastian Schipper nam Victoria op in één take. In de heftige openingsscène danst Victoria (Laia Costa) in een Berlijnse club. Buiten ontmoet ze Sonne (Frederick Lau) en zijn kameraden. Aarzelend gaat ze in op hun uitnodiging om elders verder te feesten, niet vermoedend dat deze vroege ochtend zal ontaarden in een bankoverval.
Weinig filmmakers experimenteerden op deze wijze met het het opnemen in één take. Het historische drama Russian Ark (2002) van Aleksandr Sokoerov komt nog enigszins in de buurt, al is de manier van opnemen dan ook de enige gelijkenis. Dit was ook precies Schippers bedoeling: “We hebben iets gemaakt dat niet vergelijkbaar is met andere films. Daarin helpt het natuurlijk dat we alles in één keer hebben opgenomen. Victoria is echter meer dan dat: natuurlijk speelt het concept een rol, maar juist als middel, en niet als doel.”
Dat doel is een verhaal waarin de personages een veelvoud aan emoties beleven, versterkt door het sluimerende effect van die real time beleving. Een wervelwind waarin de sensatie van een overval wordt nagebootst. “Ik wilde het publiek laten voelen hoe je zo’n overval beleeft”, legt Schipper uit. “Maar zonder te vervallen in allerlei grootse gestes die we kennen uit Hollywood.”
Ter ondersteuning van zijn concept liet hij de cast vrij in hun taalgebruik: het zeer summiere scenario telde slechts twaalf pagina’s en bevat geen dialoog. Hoewel de film ontzaglijk coherent lijkt, werd er voornamelijk geïmproviseerd. De acteurs moesten hun vriendschap dan ook niet acteren, maar echt bevriend raken. “Deze manier van opnemen geeft de cast de kans om te laten zien hoe vriendschap ontstaat. Zonder de beperkingen van door mij bedachte en opgelegde zinnetjes. Bovendien weten de acteurs donders goed waar ze het over hebben, meer dan ik. Als veertiger ben ik lang niet zo goed ingevoerd in het taalgebruik van een twintiger. Het personage Blinker, gespeeld door Burak Yigit, scheldt de hele tijd op zijn vrienden. Dat doet hij niet uit woede, maar uit liefde. Als je dat in een scenario zo op zou schrijven, dan denkt de lezer dat je personage overmatig agressief is.”
Toch kan niet alles geïmproviseerd zijn: er worden in de film maar liefst 22 locaties bezocht, en dat moest zorgvuldig uitgedacht worden. Schipper vergelijkt zijn improvisatie dan ook met jazz: “Het wil niet zeggen dat er geen regels zijn. Als je met een band wil improviseren dan zal niet iedereen op komen dagen met een saxofoon. Dus het café waar Victoria op een gegeven moment belandt is niet willekeurig, en natuurlijk heeft ze de sleutel van de voordeur in haar zak.”
Zo geeft Schipper prijs hoe hij graag regisseert: “Ik zie mezelf als een voetbalcoach. Ik ben op de set om de cast te vertellen wat ze sneller en langzamer moeten doen. Als ze op de juiste weg zijn, dan complimenteer ik ze. Zo niet, dan geef ik ze de wind van voren. Het is mijn taak om moed in te spreken, maar ook om te corrigeren.” Hij wilde niet eindeloos repeteren, maar de juiste dingen oefenen. “Ideeën worden problemen die weer opgelost moeten worden. Het is passen en meten, net zoals het achteraf plaatsen van de soundtrack van Nils Frahm. Je gaat me niet vertellen dat er films zijn waar wél alles van tevoren gepland is.”
Het is een veeg uit de pan naar Hollywood: “Mijn adagium dat er geen groter risico is dan het niet nemen van risico’s, staat haaks op de werkwijze van Amerikaanse filmproducenten. Zij spelen altijd op safe. En wat zie je dan? Superheldenfilms zijn het equivalent van de Amerikaanse auto-industrie, met het scenario als de bijbel van de film. Film is hierin slechts een eindproduct. De hoofdgedachte in Victoria is júíst dat deze is ontsproten uit beelden, en niet uit taal.”
Die instelling roept herinneringen op aan het werk van filmmakers als Jean-Luc Godard en Jacques Rivette, twee grootmeesters die uiterst kritisch waren op de mainstream cinema en net als Schipper vaak met summiere scripts werken. “Ik wil me zeker niet vergelijken met zulke grootheden”, lacht Schipper. Weliswaar haalt de regisseur twee citaten van Godard aan die zeker op zijn film van toepassing zijn (“All you need is a girl and a gun”, en “Every cut is a lie.”), maar hij wil zichzelf zeker niet op hetzelfde niveau plaatsen. “Wij maakten slechts een kleine experimentele film in Berlijn, en geen filmmonument zoals À bout de souffle. Godard blijft toch de Caravaggio onder de regisseurs.”