Die eerste stappen het terrein op. Je hart klopt in je keel, je handen zijn klam, en waarom eigenlijk? Je hebt toch niets te verliezen? Maar er zijn honderden priemende ogen, en misschien was dat broodje falafel met knoflooksaus toch niet zo’n goed idee. En je hebt sowieso te weinig warme kleren mee. Waarom had je je ook alweer precies opgegeven?

Deze Pluk-redacteur herkent die zenuwen. Ik was zelf vorig jaar een van de gelukkigen die de strandstoel mocht delen. Ontzettend aan te raden overigens, vooral als je goed kan doen alsof die drie zoenen aan het eind niet stiekem uitliepen op iets anders. Waarschijnlijk vertelt maar de helft van de dates hoe het daadwerkelijk is geëindigd. Je bent al de hele avond publiek goed – dat laatste beetje sprookje is voor jezelf, en niet voor de Pluk-redactie.

Simone (31, bid writer bij Cofaly), de ene helft van de laatste blind date van Pluk Amsterdam 2014, wist dat maar al te goed: zij schrijft zelf ook voor de Daily Pluk. “Ik heb een stuk geschreven over PlukLiefde en heb me toen maar meteen opgeworpen als vrijwilliger.” Lekker oneerlijk: zij hoeft niet in haar eentje aan te komen en een beetje verloren om zich heen te kijken (“Ben jij het? Zou jij het zijn?”), maar kan gewoon bij haar collega’s aan de bar gaan staan. John (32, ICT-architect) heeft wél die onmisbare blind date-houding. Snel naar die strandstoel dan maar. Die is groter is dan hij dacht, zegt John. Jammer hè.

Nadat ze zich tegelijk in de kuil hebben laten vallen (“Misschien niet de beste avond om zo’n kort rokje aan te doen”) blijkt dat het voor beiden niet de eerste keer is dat ze op date zijn met een onbekende. Maar zó blind hebben ze het allebei nog nooit gedaan. John zag op de Pluk website dat ze MANNEN ZOCHTEN, en gaf zich natuurlijk meteen op. Hij is eerder in de week al wat veldwerk komen doen. Of ze een goede match zijn kunnen ze na die luttele minuten nog niet zeggen. Ik gun ze wat privacy.

Het is een rare setting, met al die mensen die naar je kijken. Maar het ijs breekt en er wordt gekletst en vooral veel gelachen. Het ziet er gezellig uit, die piepkleine Nikes en iets grotere New Balances die onder het dekentje uitpiepen. Maar de handjes blijven er zo te zien ook netjes boven.

Misschien komt het door de film – Another Year gaat over een stel dat uit elkaar groeit. “Wat traag”, maar er zitten heftige sexscenes in. “Best een beetje ongemakkelijk om dan zo naast elkaar te zitten”, lacht Simone de volgende ochtend. John vond het ook “een beetje awkward.”

Maar als de film is afgelopen zit de sfeer er nog wel goed in. Mijn spionnen weten me te vertellen dat de twee na een kort dansje in de tent samen vertrokken zijn, dus ik hoop op het beste. Als ik voor mijn eigen laatste biertje Café Westerdok binnenstap, blijkt dat ze zich daar hebben verscholen, met een paar Engelse vrienden van Simone. Ik houd ze zolang ik nog recht kan zien in het visier, maar weet uiteindelijk niet welke kant ze op fietsen.

De volgende ochtend bel ik Simone om 10:00 – eerder dan dat vond ik op de zondag na de laatste avond Pluk wel erg onchristelijk. Ze klinkt een beetje brak. “We hebben superveel gelachen. Daarna in het café was het ook heel gezellig. Of er een echte vonk is weet ik nog niet, maar hij heeft mijn nummer.” Een zoen op de wang zeker? Ja, maar “ik ga niet met hem afspreken omdat ik nieuwe vrienden nodig heb ofzo.”
John wil Simone ook graag nog een keer zien: “Het was superleuk! Best wel een goede match gezien hoe random die gemaakt wordt. Ik ga haar vandaag wel wat laten weten denk ik.”

En was het niet gek om met een Pluk-insider in de stoel te zitten? “In het begin was ik wel wat meer op mijn hoede, ja.” Of dat terecht was kan je lezen in Simone’s eigen verslag. Want die was stiekem natuurlijk een beetje undercover.