Tijdens Pluk de Nacht nemen filmliefhebbers bezit van het Stenen Hoofd. We voelen ons er de koning te rijk. Maar wij zijn niet de enigen. Wat leeft er nog meer, hier op en om de oude pier? Deel II in een miniserie: de tenenbijters.

Deel I

“Vandaag zag ik in het Westelijk Havengebied vanuit mijn bootje nog vissen uit de Kaspische Zee en Australië.” Stadsecoloog Martin Melchers vertelt graag over hoe de soortenrijkdom in Amsterdam, waar hij geboren en getogen is, tijdens zijn leven alleen maar is toegenomen, in weerwil van wat ongeïnformeerde somberaars beweren. Amsterdam is een grotere ecologische wildernis dan je zou denken. Het wemelt er van de inheemse en exotische dieren.

Bij het Stenen Hoofd leven ook ‘exoten’ (van oorsprong niet-Nederlandse diersoorten), zoals de Chinese wolhandkrab. Foto: Christian FischerZe zitten met zijn honderden (er leven er honderdduizenden in Amsterdam) onder het Stenen Hoofd. Eronder ja, want de pier is gebouwd op palen. Jij kan er misschien niet onderdoor zwemmen, maar zij wel.

Mocht je overigens ondanks het wat vervaarlijke uiterlijk van de wolhandkrab op een warme dag toch ook een duik willen nemen in het IJ, dan kan dat best. Het water is schoon zat, zegt Martin. Maar de wolhandkrabben zijn dat niet: “Met de Chinese wolhandkrab is iets heel geks aan de hand. Ze zitten overal in de Nederlandse Rijn, maar het is verboden ze hier te vangen, omdat onderzoek heeft aangetoond dat hun organen vervuild zijn. In Duitsland zijn ze echter nog niet ‘vuil’ verklaard, dus zodra ze de grens over tippelen zijn ze ‘schoon’, worden ze gevangen en komen ze alsnog op de Nederlandse markt, waar ze vooral aan – je raadt het misschien al − Chinezen verkocht worden. Die zien het als een lekkernij. Onlangs deed de wolhandkrab nog 25 euro de kilo. Ter vergelijking: snoekbaars en aal doen zo’n 7 tot 12 euro de kilo. En hier stikt het ervan, maar mogen ze dus niet gevangen worden.”

De wolhandkrab is niet de enige krab in de buurt. Bij het Stenen Hoofd leven ook strandkrabben, brakwaterkrabben, en misschien ook wel de Amerikaanse blauwe zwemkrab, hoewel die het de laatste tijd niet zo goed meer doet in Amsterdam. Een krabachtige die de laatste jaren regelmatig het Amsterdamse nieuws haalde en in heel de stad voorkomt, is de rode zoetwaterkreeft. Foto: EntomoloNa hevige regenval wil hij nog weleens op onderzoek uitgaan en aan land kruipen, tot verbazing en schrik van de Amsterdammers. Doorgaans blijft hij echter onder het wateroppervlak van het IJ en de grachten, samen met zijn honderdduizenden soortgenoten.

Hoewel de wolhandkrab en de zoetwaterkreeft er misschien uitzien alsof je reden hebt om je voeten in je strandstoel te houden, slippers preventief te vervangen voor klompen, en het water van het IJ categorisch met rust te laten, is de kans niet zo groot dat ze in je tenen komen bijten. Het omgekeerde is eigenlijk waarschijnlijker. Zowel de kreeft als de krab vinden vaak hun weg naar de Amsterdamse dinertafels.

Met dank aan Martin Melchers. Wie nieuwsgierig is geworden kan met Martin op stadsexcursie, een van zijn negen boeken over Amsterdams dierenleven lezen, of online zijn documentaire Haring in ’t IJ (2009, met Merel Westrik) bekijken, een film over het leven van onder meer Amsterdamse ringslangen, vossen en slechtvalken. Momenteel schrijft Martin zijn tiende boek, en werkt hij met Merel Westrik aan hun tweede documentaire.

Foto van de wolhandkrab: Christian Fischer
Foto van de rode zoetwaterkreeft: Entomolo