Tijdens Pluk de Nacht nemen filmliefhebbers bezit van het Stenen Hoofd. We voelen ons er de koning te rijk. Maar wij zijn niet de enigen. Wat leeft er nog meer, hier op en om de oude pier? Deel I in een miniserie: vis en verstekelingen.

De uitgelezen persoon om te vertellen wat er leeft rondom het Stenen Hoofd is Martin Melchers. Hij was jarenlang de stadsecoloog van Amsterdam – sterker nog, hij vond het vak hier zo’n beetje uit. Zijn grondige en langdurige onderzoek heeft ervoor gezorgd dat Amsterdam samen met Londen en Berlijn de best onderzochte stedelijke natuur ter wereld heeft. Bij zijn recente pensionering werd hij daarom geridderd door Job Cohen en consorten.

Martin is een ras-Amsterdammer, een rasverteller en een ecoloog: iemand die álles weet over álle dieren en er graag en smakelijk over vertelt. Wat er precies leeft op en rond het Stenen Hoofd? “Nou, bijvoorbeeld de Amerikaanse brakwaterstrandschelp, uit de buurt van New York. Hij liftte mee met het ballastwater dat schepen meenamen om ook als ze geen lading vervoerden stabiel in het water te liggen. Eenmaal op hun bestemming aangekomen lozen de schepen dat water weer, waarin regelmatig kleine visjes, eitjes en schelpen zitten. Verder zwemt er bijvoorbeeld tong, schar, schol, bot, en soms ook wel wijting en kabeljauw om je heen. Er zit zelfs haring in het IJ.”

Een andere vis van ver die nu hier woont, is de zwartbekgrondel, een soort die een aantal jaar geleden voor het eerst in de Rijn werd gezien. Foto: Peter van der Sluijs“En alles wat in de Rijn zwemt, komt op een gegeven moment in het IJ. Je moet het water bij het Stenen Hoofd maar zien als de Rijndelta. Nog maar kort geleden gingen alleen bij eb de sluizen bij IJmuiden open. Tot na een hevige storm en de bijbehorende wateroverlast besloten werd er een gemaal in te zetten. Dat pompt continu, eb of geen eb. Zo stroomt het IJ nu altijd door, net als de grachten, richting zee. Het wordt gevoed met water uit de Rijn. Je kijkt eigenlijk naar een rivier. Een soort Amsterdam aan Zee.”

Via het Amsterdam Rijnkanaal is het IJ verbonden met de Rijn, die weer verbonden is met de Donau, die uitmondt in de Zwarte Zee, die op zijn beurt weer via de Don en de Wolga verbonden is met de Kaspische Zee. “Dat is helemaal bij Iran en Azerbeidzjan dus. Dáár komt de zwartbekgrondel vandaan. Misschien kwam ook hij als verstekeling mee met ballastwater, maar hij kan het hele eind ook best zelf gezwommen hebben.”

Inmiddels is de zwartbekgrondel al flink ingeburgerd. Martin vindt de voor niet-inheemse diersoorten gebruikelijke term ‘exoot’ een beetje onzinnig. Dieren breiden gewoon hun territorium uit, net als de mens dat deed en doet. “De zwartbekgrondels zitten hier nu met miljoenen, en worden zelf ook weer gegeten door alen en snoekbaarzen. De snoekbaars is trouwens óók een oude exoot. Eentje die zijn status als exoot inmiddels alweer kwijt is, omdat hij lekker is en hier op het menu staat. Als je lekker bent, word je al gauw geaccepteerd.”

Binnenkort deel II, met onder andere een beestje dat 25 euro per kilo oplevert.

Met dank aan Martin Melchers. Wie nieuwsgierig is geworden kan met Martin op stadsexcursie, een van zijn negen boeken over Amsterdams dierenleven lezen, of online zijn documentaire Haring in ’t IJ (2009, met Merel Westrik) bekijken, een film over het leven van onder meer Amsterdamse ringslangen, vossen en slechtvalken. Momenteel schrijft Martin zijn tiende boek, en werkt hij met Merel Westrik aan hun tweede documentaire.

Foto van de Zwartbekgrondel: Peter van der Sluijs