Al vroeg in het jaar voorzag de Daily Pluk dat het wel eens nuttig kon zijn om Nick Cave aan zijn zwarte jasje te trekken tijdens het filmfestival in Berlijn. Gewoon, voor de zekerheid. En daarom hebben we nu een mooi interview met de beste man, die in eerste instantie niet bepaald stond te springen toen regisseurs Iain Forsyth en Jane Pollard hem vroegen het onderwerp te zijn van hun film: “Rockdocumentaires zijn meestal oersaai en brengen weinig nieuws.”

Related movies

“Ik wilde in eerste instantie helemaal niet meewerken. Het laatste waar ik zin in had was een documentaire vol clichés over mezelf te maken.” Maar de film kwam er toch. Dankzij de overtuigingskracht van de filmmakers die Cave lieten zien dat wat zij voor ogen hadden geen dertien-in-een-dozijn docu zou worden, maar een origineel portret van de Australische zanger tijdens zijn 20.000ste dag op aarde. En originaliteit is aan Cave wel besteed. “Vroeger waren rockhelden goden en zo zagen ze zichzelf ook. Dat is tegenwoordig helaas niet meer het geval. Sinds de komst van internet is iedereen een god. En daardoor misschien juist wel niemand meer. De helden uit mijn tijd, zoals bijvoorbeeld David Bowie, waren larger than life en stonden boven iedereen verheven. Maar sinds de democratisering van muziekwereld zijn de sterren uit de hemel getrokken en steken ze nog maar amper iets boven alle middelmatigheid uit.”

De ontmoetingen die de allesbehalve middelmatige ster Nick Cave in de film heeft zijn in scène gezet, maar de gesprekken zijn echt. Forsyth en Pollard duiken op innovatieve, onconventionele wijze in het hoofd van dit muziekicoon en laten hem reflecteren op zijn jeugd, zijn muziek en de zin van het bestaan. De poëtische stijl sluit perfect aan bij de existentiële hersenkronkels van Cave, die na zijn eerdere terughoudendheid nu dan ook zeer te spreken is over het resultaat: “It’s f*cking awesome!”

Van top tot teen in het zwart gekleed en met zijn typerende kapsel strak in de plooi woonde de immer onheilspellend kijkende Cave tijdens het Filmfestival van Berlijn samen met het regisseursduo de Europese première van 20,000 Days on Earth bij. Na afloop vertelde Pollard dat het onmogelijk was geweest om de film te maken als zij en Forsyth niet al eerder aan meerdere projecten met Cave hadden samengewerkt. “Het onderlinge vertrouwen dat we delen en de tolerantie naar elkaar toe hebben ervoor gezorgd dat de film geslaagd is. Zonder die vriendschap als basis was het nooit gelukt.” Forsyth vult aan: “Dan had Nick ons niet eens zolang in dezelfde ruimte kunnen dulden.”

Ook voor de schermen speelt vriendschap een belangrijke rol. In een aantal scènes rijdt Cave rond in zijn auto terwijl hij praat met een oude bekende die naast hem of op de achterbank zit. Pollard legt uit dat het niet eenvoudig was daar de juiste mensen voor te vinden. “Zodra mensen Nick ontmoeten, zelfs mensen die hem al kennen, merkten we een verandering in hun gedrag op, voortkomend uit een bepaald gevoel van ontzag voor hem. Dat staat een open en eerlijk gesprek in de weg.” Acteur Ray Winston had daar gelukkig geen last van. “Ray is een no-bullshit kerel. Hij zegt onverbiddelijk wat in hem opkomt en aarzelt niet om Nick de les te lezen als hij het ergens niet mee eens is.”

Waar de gesprekken, naast Winston onder meer met Kylie Minoque en muzikant Warren Ellis, over zouden gaan wisten de makers van te voren niet. “Alle dialogen zijn spontaan. Er was geen scenario, de gesprekken zijn niet in een bepaalde richting gestuurd en we hebben niks opnieuw gedraaid. Het kwam zoals het kwam. Wij zetten simpelweg de camera neer en dan moesten we maar zien wat er gebeurde.”

Naast het ophalen van herinneringen met vrienden is te zien hoe Cave zich blootgeeft bij een therapeut. “Ik had nog nooit eerder een psychotherapeut ontmoet die aan vrijwel alle uiterlijke stereotypes voldeed. Maar we deelden een interesse in het gedachtegoed van Freud, dus we konden prima met elkaar overweg. Hij was bovendien erg goed in het leggen van verbanden. We hebben twee dagen met hem gefilmd en al snel vergeet je die cameraploeg die er omheen staat. Het is te vermoeiend om te liegen, onderwerpen te vermijden of om de hete brei heen te draaien, dus alles kwam er vanzelf uit.” Dat wil echter niet zeggen dat Cave nu wekelijks een therapeut zal gaan bezoeken. “Ik denk niet dat dat nodig is. Ik houd juist van al mijn afwijkingen.”