Wat komt er allemaal bij kijken om elf dagen Pluk de Nacht neer te zetten? Razende reporter Sam De Wilde gaat undercover in de festivalorganisatie en zoekt het uit. Bij het opruimen van de strandstoelen voelt hij zich het zand in een geoliede machine.
Mijn eerste taak als Plukvrijwilliger was kachels aanmaken. Hoe dat verliep kunt u elders lezen. Hier volstaat het te zeggen dat ik misschien beter nog even wacht voor ik me aanmeld bij de Padvinders. De dagen na mijn vuuravontuur ging ik dus op zoek naar ander werk. Nu ja, op zoek. Ik ben wel vrij willig maar toch ook weer niet té.
Wanneer andere vrijwilligers me beginnen te vertellen dat ze me wel vaak zien rondlopen maar zich toch afvragen wat ik nu precies doe, fluistert mijn knagend schuldgevoel dat het hoog tijd is dat ik iets terug doe voor al die Snickers en chips die ik stiekem uit de voorraadcontainer jat. Bovendien is het moeilijk te weerstaan aan de charmes van productiemeisjes Fleur en Neeltje, meesteressen van de menselijke wil die precies weten hoeveel biertjes er in elke vrijwilliger passen om hem/haar tevreden maar toch inzetbaar te houden. Aan de slag dus. Sommige taken moeten zelfs voor mij haalbaar zijn. Flesjes sorteren. Vuilniszakken vervangen. Stembiljetten van de Publieksprijs innen. Stoelen opruimen. How hard could it be?
Na de vertoning van Love Story begeef ik me naar de stoeltjescontainers om mee te helpen inladen. Te laat bedenk ik dat ik onderweg daarheen net zo goed een stoel had kunnen meenemen. Het zal niet de laatste blijk van mijn inefficiëntie zijn. In de containers gaan verschillende vrijwilligers als gekken tekeer. Ze hijgen en zweten, gooien stoelen alsof hun leven er van afhangt. Een razende reporter is er niks tegen. Terwijl ik probeer te bedenken hoe zo’n stoel precies ingeklapt dient te worden, rijzen hoge stapels gevouwde stoelen om me heen. Ik ben het zand in een geoliede machine. Dat tot daar aan toe, maar ik wil er wel nog uit kunnen. Ik baan me een weg tussen de vouwstoelen en spring vlot over de rondvliegende zitzakken. Als ik trots mijn eerste netjes ingeklapte stoel op een stapel leg, word ik er vriendelijk doch kordaat op gewezen dat de nieuwe stoelen in de andere container horen.
Dan maar de Publieksprijs. Gezellig keuvelen met Plukgangers die me levendig vertellen wat ze van de film vonden, stembiljetten in de juiste doos gooien en honderden mooie meiden die spontaan hun emailadres achterlaten en me plechtig beloven dat ze me als tweede persoon meenemen als ze die reis naar Barcelona winnen. Nu maar hopen dat ze niet in augustus 2014 gaan.