De Pluk-organisatie vond het hoog tijd de wereldeconomie een handje te helpen. Dus togen we vanmorgen naar de Amsterdamse beurs, waar onze projectionist Richard om negen uur hoogstpersoonlijk de bedrijvigheid opende.
Voordat we Richard naar het podiumpje begeleiden waar de heuglijke gebeurtenis zal plaatsvinden, keuvelen we onder het genot van een kop koffie wat met de beursmedewerkers. Eén van hen was vorig jaar op Pluk, vertelt ze, aangelokt doordat ook toen de Plukkers een gongslag mochten verrichten. De film die ze zag was “wel erg alternatief”, maar het sfeertje vond ze “héél bijzonder.”
Nou, dat gevoel is wederzijds! Heel even zijn we gewoon weer een groepje schoolkinderen op excursie, als we druk fotograferend door het gebouw worden geleid. Net als Pluk viert de Amsterdamse beurs dit jaar een jubileum: het gebouw aan het Beursplein is in december precies 100 jaar in gebruik. Na de sobere Beurs van Berlage wilde de effectenmannen destijds extravagant uit de hoek komen, niet van dat socialistische, en dus is het overal marmer en goudblad dat de klok slaat.
Ah, ja, over de klok slaan gesproken: het is inmiddels de hoogste tijd. Richard gaat als gongslager (ja, dat is echt een woord) in de startblokken staan. Wij mogen er naast, ter morele ondersteuning. Of als klapvee, het is maar hoe je het ziet. We tellen af, klappen wanneer dat ons gevraagd wordt, en Richard geeft de gong en hengst. Terwijl de zware klank nog doorklinkt, kijken we gespannen naar de grote grafiek aan de overzijde van de ruimte. En jawel: om tien seconden over negen tekent zich een duidelijk piekje af. Graag gedaan, wereldeconomie!