Fictie uit het echte leven is hot. Michel Gondry liet jongeren uit de Bronx hun eigen leven vertonen in The We and the I; Florian Habicht wordt in Love Story echt verliefd op zijn hoofdrolspeelster; en Paco León verfilmde in Carmina or Blow Up de sterke verhalen van zijn moeder. Welke film schuilt er in het leven van onze razende reporter Sam?

Als enige redactielid van het vrijwillige schrijversteam voor Pluk weet Sam De Wilde op pure wilskracht – en vijf chicken style veggie burgers – al elf dagen het Pluk de Nachtleven te trotseren. Deze pennenlikkende ninja die immer zwart gekleed gaat, onze undercover reporter, moeten we dus even aan de tand voelen. En wat blijkt: Sams leven is van mythische dimensies en een beetje paradoxaal.

Op de slotavond weet ik samen met Sam neer te vleien in de Pluklounge, de container met de zachte bank midden voor het scherm. Het lijkt erop dat hij aanvoelt dat het leven na vandaag minder ‘pluk’ zal zijn en steekt met een ernstig gezicht een sigaret op.

Ik: “Sam, hoe ga je door het leven?”
Sam: “Met moeite.”
Ik: “Hoe sta je dan op?”
Sam: “Met moeite.”
Ik: “Hoe ga je er dan in?”
Sam: “Met moeite. Nou ja, als Marianne er ligt, dan natuurlijk heel graag.”

Sam spreekt deze woorden uit op enigszins melancholische toon en met een kleine knipoog. Wanneer ik hem vraag hoe hij zijn vriendin Marianne heeft ontmoet, openbaart zich de oorzaak van zijn weemoedige levenshouding. Hij was een fijngevoelig jongetje in zijn jongere jaren. Opwinding was voor de kleine Sam, net als voor Marcel Proust, van grote invloed op zijn gezondheid. “Dat heeft mijn liefdesleven wel lastig gemaakt”, puft hij uit. Maar geduld is een schone zaak. Hij heeft moeten knokken om Mariannes hart te winnen en dat heeft geloond. Al acht jaar samen. Op dat gebied is Sams leven perfect. “We hebben nooit kibbels.” Behalve dan af en toe over zijn kookkunsten, geeft hij later op de avond schoorvoetend toe.

Ik ben benieuwd naar zijn eerste kus als tiener. “Ja, dat was natuurlijk hopeloos. Hoe graag ik dat meisje ook wilde kussen, ik werd dan zo zenuwachtig dat ik eerst mijn maaginhoud moest lozen. Maar ja, met een zure bek bereik je dan ook weer niets.” Gelukkig keerde het tij zodra hij een wat standvastiger adolescent werd. “Als we dat moeten vertalen naar een ‘Story of My Life’ dan is dat een avonturen film zoals Indiana Jones. Zo aan het begin van mijn studietijd ben ik naar Zuid Amerika geweest. Naar Peru. Het was een uitwisseling van een jaar.” Ik kijk Sam met grote ogen aan. “Daar heb ik ontdekt dat het veel makkelijker is om met meisjes te flirten, haha. Net als een Belg in Nederland, dan ben je gewoon automatisch tien keer zo populair.”

sammenSam heeft met boeren in de jungle met geweren gezwaaid, is in zijn voet gestoken door een pijlstaartrog en heeft het wel overleefd, in tegenstelling tot Steve Irwin. “Dat was echt heel heel heel pijnlijk. Ik weet het verschil qua pijn omdat ik daar in Zuid Amerika ook door een hond gebeten ben. En een andere keer ben ik ook door zoveel muggen gebeten dat mijn voet zo dik werd dat hij niet meer in mijn schoen paste.” Als je denkt dat het verhaal nog sterker kan, dan heeft Sam er nog een. “Ik heb daar ook een aardbeving en een tsunami meegemaakt. Ik ben nooit zo vaak zo dicht bij de dood geweest als in dat ene jaar.”

Ik sta paf. Erwin, een goede vriend van Sam, brengt hem zijn vijfde chicken style veggie burger van de week. Hij zet zijn tanden er soepel in. Dus Sam, in welk genre valt de ‘Story of Your Life’? “Nou, de eerste achttien jaar is drama; de tijd daarna tragedie. Mijn babyjaren zijn een beetje als Eternal Sunshine of the Spotless Mind, van Michel Gondry. En dan speelt Brad Pitt mij zoals hij verjongt is in Benjamin Button.” Hij twijfelt nog even over de acteur. Ik vraag het zijn vriend Erwin. Hij suggereert Daniel Radcliffe. Sam reageert geërgerd: “Ze vroeg het als vriend!”

De kleuterjaren zijn wat meer Wes Anderson-achtig. “Dat wordt een film waarin broers dezelfde zelfgemaakte pakjes van hun moeder dragen.” Vanaf zijn negende levensjaar “worden het vreselijke jaren. Toen werd ik altijd als laatste gekozen bij de basketbalploeg. Dat moet verfilmd worden in de stijl van een oude Italiaanse horrorfilm zoals Zombie 2 waarin zombies vechten met haaien onder water. Want het doet me denken aan zwemlessen, die vond ik vreselijk.” Vanaf zijn tienerjaren denk hij aan films als Pretty in Pink en The Breakfast Club, “een tragikomisch verhaal over hoe onhandig ik ben met meisjes.” Na zijn achttiende gooit hij, zoals we inmiddels weten, de lasso soepel vanaf zijn paard zoals Indiana Jones dat doet, met een vleugje American Beauty. Want zoals een goede superheldenfilm betaamt is er een rafelig randje te bekennen.

Aan het eind van de film waarnaar we gaande dit gesprek met een schuin oog hebben gekeken, verschijnt op het grote scherm een aftiteling waarin dank wordt geuit aan alle vrijwilligers van Pluk de Nacht. Genoegzaam kijken we samen vanuit de Pluklounge. Sams naam is helaas verkeerd geschreven op de aftiteling. “Ah nee, mijn achternaam is met een hoofdletter D!” Hij baalt. In de fotoserie die na de aftiteling volgt is Sam wel zes keer verwerkt in zijn verschillende humeuren. Sam denkt zelf zeven keer te tellen.