De verhalen op het scherm houden iedere avond weer honderden Pluk-bezoekers gebiologeerd, maar de verhalen van áchter de schermen zijn vaak net zo interessant. Don Hertzfeldt werd ooit animator uit geldnood, maar kan er nu van rondkomen.

Related movies

Don Hertzfeldt leidt een cyclisch bestaan, zo lijkt het. Hij maakt een korte film, afgezonderd van de wereld, teruggetrokken in zijn garage vol met tekenvellen, filmmateriaal en allerhande materiaal dat ooit nog eens van pas kan komen. Frame voor frame wordt de film opgebouwd, vrijwel alles met de hand. Als de film klaar is, gaat hij er mee op tour, langs festivals en bioscopen. En als hij daarmee genoeg verdiend heeft om een volgende film te maken, begint de cyclus weer van voren af aan.

It’s Such a Beautiful Day, dat gezien kan worden als zijn magnum opus (in ieder geval tot de volgende uitkomt), is een compilatie van drie korte films die tussen 2006 en 2012 werden gemaakt. Helaas zit Hertzfeldt op dit moment in het stadium: ‘afgezonderd van de wereld film maken’, dus kunnen we hem niet persoonlijk ondervragen over It’s Such a Beautiful Day. Maar gelukkig is hij in zijn ‘de wereld afreizen’-fases altijd spraakzaam voor tien, en kunnen we putten uit een bonte verzameling amateuropnames van Q&A-sessies na afloop van vertoningen van de film.

Zo leren we bijvoorbeeld dat de trilogie vooral improviserend tot stand kwam: “Het is misschien wat dom om een trilogie te beginnen zonder te weten waar het derde deel gaat eindigen! Maar ik begin nooit met een compleet scenario. Ik heb meer lol en meer succes als ik gewoon begin met een paar ideeën. Tegen de tijd dat ik die geanimeerd heb, heb ik weer nieuwe ideeën die ik kan toevoegen, en tegen dat ik daar zes maanden later mee klaar ben is er wéér allerlei nieuw materiaal. Ik realiseerde me pas toen ik de drie delen achter elkaar zette dat ik zelfs niet de moeite genomen had om de eerste twee delen nog eens te bekijken toen ik de derde maakte. Dus het was nogal een opluchting dat ze goed bij elkaar pasten!”

“Ik heb alleen tekenles gehad op de middelbare school, net als iedereen. En het werd gegeven door de techniekleraar!”

Ook over de vraag waar die spontane ideeën, die inspiratie waar Hertzfeldt zo graag op wacht, dan vandaan komen, heeft de regisseur een mooie theorie. “Het onderbewuste is als een feest in je hoofd waar je zelf niet uitgenodigd bent. Er hangt een zwart gordijn in de weg, en zo’n hekje van rood touw verspert je de toegang. Maar af en toe hoor je er toffe muziek vandaan komen, of glimmert er iets door een gaatje in het gordijn. Ik verzamel die flarden.”

Misschien is het daarom dat Hertzfeldt het inspreken van de vertelstem – altijd hijzelf – het vervelendst vind. Dan moeten die flarden inspiratie immers in een min of meer concreet verhaal gegoten worden. “Ik háát het geluid van mijn eigen stem”, vertelt hij een zaal vol fans lachend. “Maar omdat ik voortdurend dingen verander terwijl ik de film aan het maken ben, en het vaak twee jaar duurt voor een film af is, is het inhuren van een acteur simpelweg geen optie.”

Alles zelf doen heeft ook zo zijn voordelen: Hertzfeldt maakt weinig kosten. “Elke film betaalt de volgende, en ze betalen mijn huur. Maar mijn doel is niet om zo veel mogelijk geld te verdienen; ik wil zo veel mogelijk goede films maken. Ik ben me er terdege van bewust dat ik misschien niet altijd de kans zal hebben om me op deze manier te uiten – nu heb ik nog geen kinderen, geen hypotheek, maar dat kan veranderen. Ik heb nooit andere een baan gehad dan het maken van mijn films, en ik hoop dat ik nog heel lang geen baan zal hebben!”