De verhalen op het scherm houden iedere avond weer honderden Pluk-bezoekers gebiologeerd, maar de verhalen van áchter de schermen zijn vaak net zo interessant. Michel Gondry trok vier jaar met een groep tieners uit de Bronx op voor The We and the I.

Related movies

Dat wij van de nederige Daily Pluk de Franse knutselfilm-grootmeester Gondry niet zelf te spreken krijgen, spreekt voor zich. Niet dat hij zo arrogant of onbereikbaar is (of wel, weten wij veel), maar hij is gewoon knetterdruk. De afgelopen jaren maakte hij grofweg een film per jaar – een grootschalige superheldenfilm hier, een lowbudget familieportret daar, een droom van een boekverfilming om het af te leren. Plus bakkenvol kort werk, waarin zijn grenzeloze creativiteit pas écht tot uitdrukking komt. En om het af te maken mengt hij zich ook nog eens in allerlei projecten waarin hij het publiek aanmoedigt zélf de camera ter hand te nemen, volgens zijn ‘Be Kind Rewind Protocol’,

You’ll like this film because you’re in it, heet het boek dat Gondry er in 2008 over schreef. Over het basale idee dat iedereen creatief is, en zijn ambitie om de middelen van het filmmaken naar het publiek te brengen. Zoals hij dat deed met zijn amateurfilmprojecten in het New Yorkse Deitch museum en op het afgelopen International Film Festival Rotterdam, waar hij mensen uitdaagde in kleine pop-up filmsets hun eigen verhaaltjes te vertellen, met dezelfde fantasierijke creativiteit die hij zelf continu tentoonspreidt.

Ook The We and the I is op een bepaalde manier een uitloper van deze gedachte, al is de stijl van de film voor Gondry verrassend realistisch. Hier zit de inbreng van het publiek op een dieper niveau: de tieners die in de film centraal staan, vertellen hun eigen verhalen. Het basisidee had Gondry al jaren in zijn achterhoofd, nadat hij in een Parijse bus het gedrag van een groep jongeren observeerde, vertelde hij het cultuurblog Vulture. “Het verbaasde me hoezeer de groep veranderde met elke tiener die uitstapte. Toen er nog maar twee scholieren over waren, spaken ze oprecht over hun familieproblemen, en was het gesprek veel diepzinniger dan in het begin.”

Dat uitgangspunt kreeg specifieke invulling dankzij een workshop bij The Point, een organisatie die culturele activiteiten organiseert voor jongeren in de Bronx. Er was geen selectie: de eerste veertig jongeren die zich aanmeldden, werden geselecteerd; vijfentwintig van hen zijn in de film te zien, in grotere of kleinere rollen. Dat proces van eerste oproep via workshops, repetities en draaiperiode naar de uiteindelijke film, kostte ruim vier jaar.

Hoe Gondry met deze jongeren werkte, die zo ver af stonden van zijn eigen belevingswereld, vertelde hij in een interview met Esquire. “Het lukt nooit om de ‘toffe volwassene’ te spelen. Toen ik een tiener was, had ik de meeste waardering voor de volwassenen die ons als gelijken benaderden, die niet op ons neerkeken. Zo heb ik het ook gedaan. Ik ben van nature nogal verlegen, maar ik heb ze vanaf het begin duidelijk proberen te maken dat ik ze vertrouwde, dat ik niet aan zou komen met een lijst strikte opdrachten. Uiteindelijk heb ik evenveel van hen geleerd als andersom.”

The We and the I mag stilistisch vooral naar realisme neigen, toch heeft Gondry her en der wat van zijn gepatenteerde visuele spielerei de film in weten te smokkelen. Ook daar kwam de invloed vanuit de groep: de speels vormgegeven flashbacks en fantasiebeelden werden gefilmd op hun mobiele telefoons, vertelde Gondry Film Comment. “Ze zaten tijdens de repitities constant op die smartphones te pielen, net als iedereen tegenwoordig. Dus ik bedacht dat we die apparaatjes moesten gebruiken om hun ervaringen buiten de bus te filmen. Het verschil in textuur met de professionele camera die we op de bus gebruikten, creeërde een perfect flashbackeffect!”